Bladerend in de geschiedenis van de kerk komen we heel wat tegen. In deze serie artikelen kijken we naar de periode die wel de duistere Middeleeuwen wordt genoemd. In die Middeleeuwen verbreidde het christendom zich over grote delen van Europa. Maar of Europa daarmee ook echt christelijk werd, is maar de vraag.

 

De algemene situatie in de tiende eeuw

In de tiende eeuw werd bijna heel Europa op de een of andere manier gekerstend. Zowel naar het noorden als naar het oosten werd de boodschap van het christelijk geloof verder gebracht.

Daarbij speelde wat we vandaag Duitsland noemen een belangrijke rol. Vanuit dat land werden de Scandinavische landen in aanraking gebracht met het geloof. Dat gebeurde via Denemarken, waar al verschillende bisdommen waren gevestigd. Zo kwam het evangelie naar Zweden, naar Noorwegen en naar IJsland. Naar het oosten werden verschillende gebieden op de Slaven veroverd zodat ook in landen als Polen, Bohemen, Hongarije en Kroatië het christelijk geloof binnenkwam.

Deze verbreiding van het evangelie betekende niet altijd meteen dat de hele bevolking van de genoemde landen tot het christelijk geloof overging. Veelal was het zo dat de heersers van de verschillende landen overgingen tot het christendom. Dat deden ze vaak ook vanuit politieke motieven. De kerstening van de bevolking zelf liet vaak nog jaren of zelfs eeuwen op zich wachten.

In de landen rond de Middellandse Zee en zeker op het Iberisch schiereiland (het huidige Spanje en Portugal) en op Sicilië was de situatie anders. Daar werd het leven geregeerd door moslimheersers, die in de eerste helft van de negende eeuw grote gebieden van Europa hadden veroverd. Zij hadden de macht stevig in handen, en de aanwezige christenen hadden het zwaar te verduren. Vanaf 915 begint daar wat in de geschiedenis de “Reconquista” (herovering) van het Iberisch schiereiland wordt genoemd.  Er begon een langdurige gewapende strijd van christenen tegen deze overheersers. Die strijd heeft heel wat lijden teweeggebracht en werd pas eeuwen later definitief beslecht. Pas in 1091 werd Sicilië uit handen van de moslimheersers terugveroverd.

 

Hervormingsbewegingen

In een vorig artikel schreef ik over de opkomst van de zogenaamde kloosterbewegingen. In de kloosters leefden monniken, afgescheiden van de wereld. Die kloosters werden tot een soort oases van geloof, te midden van de wereld waarin de dienst in de kerk - zoals we al zagen - werd uitgemaakt door de wereld en door de keizers. Daartegenover ontwikkelden verschillende kloosters zich onafhankelijk van die wereldse inbreng en soms zelfs ook in onafhankelijkheid van de bestaande kerkelijke machtspatronen.

Een heel duidelijk voorbeeld daarvan is de kloosterorde die gevormd werd in en rond de abdij van Cluny, die werd opgericht in 910 door de hertog van Aquitanië (in midden Frankrijk). De hertog was duidelijk betrokken bij de stichting van deze abdij maar hij bemoeide zich er bewust niet verder mee. Dat gaf aan de abdij een bijzondere positie, die nog sterker werd doordat er zelfs sprake was van onafhankelijkheid van de paus. De paus was wel beschermer van de abdij maar hij heerste er niet. De abdij verkreeg talrijke privileges waarin die onafhankelijkheid uitkwam.
In de tijd dat één van de meest bekende abten van dit klooster, Odo (927-942), de leiding had over de abdij droegen honderden kloosters hun bezittingen over aan de nieuwe cluniacenzer orde die ontstond. Die cluniacenzer orde was officieel een onderdeel van de benedictijner kloosterorde.

Odo voerde overal hervormingen door die met name het geestelijk leven raakten. De nadruk werd gelegd op een heilig leven. Daarbij werd gebruik gemaakt van de beschrijving van de levens van heiligen. Odo zelf schreef bijvoorbeeld een zogenaamd “heiligenleven” over de wereldlijke graaf Geraldus van Aurillac. Hij schreef dat heiligenleven met een duidelijke bedoeling. Hij wilde de mensen buiten het klooster een spiegel van echt christelijk leven voorhouden. De beschrijving van de levens van de heiligen was dan ook niet bedoeld om die heiligen in het zonnetje te zetten, maar om het volk te laten zien wat christelijk leven is.

 

Eredienst   

Dat het daarom ging komt ook uit in de aandacht die in de hervormingsbeweging van Cluny gegeven werd aan de liturgie. Daarbij verschoof de aandacht van individuele godsdienstigheid naar gezamenlijke vieringen. Waren de monniken in de eerdere kloosters vooral bezig met persoonlijke meditatie en gebed, nu ging het meer om vieringen van de hele kloostergemeenschap samen. Er kwamen hele liturgische vieringen waarbij muziek een belangrijke rol speelde. Dat had ongetwijfeld ook te maken met het feit dat Odo zelf muzikaal was. We kennen hem als componist.

Tijdens de gezamenlijke vieringen werd er veel aandacht besteed aan het bidden voor de overledenen. Dat is tot op de dag van vandaag te merken in de viering van Allerzielen (2 november) die in de vroege elfde eeuw in Cluny is ontstaan. Het is een algemeen christelijke gedenkdag geworden. En dan was er de liefdadigheid. Vanuit de orde van Cluny werd er werk gemaakt van de zorg voor armen en zieken. De abdij van Cluny ontwikkelde zich en werd steeds groter. Rond 1100 stond er een enorme kerk. Maar dat niet alleen, in Cluny vond je ook het grootste ziekenhuis van West-Europa.

 

Kluizenaars

En dan waren er nog de kluizenaars. Naast de grote kloosterorden kwam het steeds vaker voor dat gelovigen zich afzonderden van de wereld en van de kerkelijke patronen. Men zocht naar religieuze zuivering en naar geestelijke verdieping. Kleine groepen trokken zich met elkaar terug en begonnen aan een leven waarin ascese (onthouding) een belangrijke factor werd. Men leefde als in de woestijn, en uitte soms vanuit die positie scherpe kritiek, niet alleen op de wereld maar ook op de kerk.
Dat zij zich terugtrokken uit de wereld werd niet altijd getolereerd. De heersers van die dagen deden er soms alles aan, tot ingrijpen met geweld, om deze vromen onder te brengen in abdijen. Kennelijk zit er spanning tussen persoonlijke geloofsbeleving en gezamenlijke beleving van het geloof.

 

Een volgende keer gaan we weer verder.

 

Jan van ’t Spijker, Hoogeveen

 


Commentaar

  • Zingen in de eredienst (2) 2024-07-25 18:25:50

    Vorig jaar schreef ik over het zingen van psalmen en liederen in de eredienst. Iemand sprak me...

  • Verslavingen 2024-07-12 17:57:04

    Ruim een op de vijftien jongeren gokt weleens online, zo blijkt uit een onderzoek van het...

  • All Nations 2024-06-28 17:42:30

    Vorige week was ik met een groep studenten van de Theologische Universiteit Apeldoorn bij All...

  • Op weg naar de GS 2024-06-15 10:09:55

    Als dit kerkblad verschenen is, is het bijna zover dat de Generale Synode bijeen komt in...