Meneer Jansen ligt in het ziekenhuis. Boven zijn bed hangt een prikbord vol met kaarten. ‘Meneer Jansen, hoe komt u aan al die mooie kaarten? Het zijn er zo veel,’ vraagt de verpleegkundige. ‘Die heb ik bijna allemaal van de kerk gekregen.’ Zo maar een voorbeeld uit de praktijk van een pastorale gemeente.

 

De gemeente is een gemeente van Jezus Christus. Dat is een hoge inzet. Het is een groot voorrecht dat wij tot die gemeente mogen behoren. Hierin wordt Gods verkiezing zichtbaar, zegt Paulus in Efeziërs 1: Hij heeft ons uitverkoren in Christus, voor de grondlegging der wereld, opdat wij zouden zijn heilig en onberispelijk voor Hem in de liefde (1:4).

 

In aanbouw

We kunnen op twee manieren naar de kerk kijken: van beneden (de menselijke kant) of van bovenaf (in bijbels licht). Als we van beneden af kijken naar de kerk, kunnen dankbare herinneringen aan wat de kerk voor ons heeft betekend bovenkomen, maar ook teleurstellingen met de gemeente en frustraties. We kunnen allerlei zorgen naar voren brengen: lauwheid, onderlinge verdeeldheid, gebrek aan levend geloof. De wereld heeft vaak geen aanleiding om te zeggen: zie hoe lief zij elkaar hebben. We zullen dat moeten erkennen: de kerk, dat zijn wij, maar wat brengen wij ervan terecht?

Maar we zouden ook van bovenaf kunnen inzetten. Wat wordt er in de Bijbel over de kerk en het gemeente-zijn gezegd? Het gaat namelijk niet in de eerste plaats om wat we van de kerk zien, maar wat we ten aanzien van de kerk geloven. Wat je van de kerk gelooft, hoef je niet altijd te zien, maar dan kun je wel enthousiast raken over de kerk! Dr. J. Koopmans zei eens: ‘De gemeente is de plek waar Jezus met zondaars samen wil wonen.’ Het is de gemeente van God, de bruid van Christus: kuriakè, wat van de Heere is. Als je het over de kerk hebt, moet je niet in de eerste plaats aan de kerkmensen denken, maar aan de Koning van de kerk.

In Handelingen 2 kunnen we lezen: En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden (2:42). In dat plaatje van gemeente-zijn staat centraal wat de gemeente door Gods genade mag betekenen en uitstralen. Dat plaatje is nooit af. De kerk is werk in uitvoering, gemeente in aanbouw. Christus blijft daarmee bezig, de tijden, de eeuwen door. Hij vergadert, beschermt en onderhoudt de zijnen door Zijn Woord en Geest (Heidelbergse Catechismus, antwoord 54). Daardoor zal er altijd een gemeente zijn. De Heilige Geest wil u en jou inschakelen in die gemeente in aanbouw.

 

Beelden

De Bijbel spreekt in verschillende beelden over de gemeente: volk van God, lichaam van Christus, tempel van de Heilige Geest, bruid van Christus, ranken in de Wijnstok, kudde van de goede Herder.

We gaan verder in op het beeld van het lichaam van Christus dat door Paulus in 1 Korinthiërs 12 wordt uitgewerkt.

Een lichaam bestaat uit ledematen, zoals handen en voeten, maar ook ogen, oren, neus, mond. Er zijn vitale organen zoals hoofd en hart, en minder vitale organen. Maar allemaal zijn ze delen van het ene lichaam. Ze hebben met elkaar te maken en werken altijd samen. Stel dat de voet zou denken: ach, ik ben niet zo belangrijk als de hand. De hand kan veel meer, de hand is veel handiger. Ik ben alleen maar een simpele voet. Ik hoor er eigenlijk niet bij. Ik kan net zo goed gemist worden. Dat zou een groot misverstand zijn. Daarmee zou de voet te klein van zichzelf denken. Immers, ook de voet heeft een taak, net zo goed als de hand.

Aan de andere kant zouden bepaalde organen zichzelf kunnen overschatten, trots worden. Het oog zou kunnen denken: ik ben het voornaamste orgaan, hoe belangrijk is het dat het lichaam kan zien. Als ik er niet was, was het hele lichaam in duisternis gehuld.

Elk deel van het lichaam heeft zijn eigen waarde en functie. Juist door die verscheidenheid kan het lichaam goed functioneren. Als heel het lichaam oog was, kon je veel zien, maar niets horen of ruiken. Als heel het lichaam hoofd was, kon je veel denken, maar je kon je niet bewegen. Het gaat juist om de onderlinge samenwerking van de leden van het lichaam. Er is niets te veel. Elk lichaamsdeel, hoe klein ook, heeft zijn eigen taak. Al moet je maar een klein deel missen, dan vinden we dat erg. Paulus zegt: Er zijn zwakkere lichaamsdelen, die extra bescherming krijgen. Er zijn minder sierlijke lichaamsdelen, die krijgen extra bedekking (1 Kor. 12). Elk deel moet voor de andere delen van het lichaam zorgen. Op deze manier is er in het lichaam geen verdeeldheid. Als één lid lijdt, lijden alle leden mee. Je hoeft maar één kies te hebben die pijn doet, of je voelt je in heel je lichaam ziek. Aan de andere kant: als een ziek orgaan geneest, dan fleurt het hele lichaam ervan op.

 

Eenheid

Zo is de gemeente van Christus als een lichaam, in alle leden bezield door één Geest, verbonden en geregeerd door één Hoofd. Aan de Heere hebben alle gelovigen samen deel en zo is er de verbondenheid van het lichaam met het Hoofd. De eenheid van de gemeente ligt dus in Christus zelf.

Tegelijk wordt die eenheid zichtbaar in de omgang met elkaar binnen de gemeente.

In Handelingen 2 zien we de pastorale gemeente in optima forma: zij volhardde in de gemeenschap. Lief en leed werden met elkaar gedeeld. Ze bemoedigden, corrigeerden en deelden met elkaar. Paulus spreekt in 1 Thessalonicenzen 4 over het vertroosten van elkaar ‘met deze woorden’. Dan zie je in de gemeente van Thessalonica de broeders en zusters elkaar opzoeken en met elkaar spreken over de rijkdom van het evangelie. Ze troosten elkaar in het verdriet. Ze zijn elkaars pastor. Zo merken weduwen en weduwnaars, dat er een gemeente om hen heen staat.

In Kolossenzen 3 spreekt Paulus over elkaar onderwijzen en terechtwijzen. Elkaar leren is elkaar rondleiden in de schatten van het Woord, van het heil van God. Elkaar terechtwijzen vinden wij moeilijk. We zeggen: dat moet de dominee maar doen. Maar Paulus zegt hier dat het een taak is van ons als gemeenteleden.

(zie volgende pagina)

 

 

 

 

Quote

De eenheid van de gemeente ligt dus in Christus zelf. Tegelijk wordt die eenheid zichtbaar in de omgang met elkaar binnen de gemeente.

 

Quote

Lief en leed werden met elkaar gedeeld. Ze bemoedigden, corrigeerden en deelden met elkaar.

 

 

Afbeelding

 

Christus als Goede Herder. Mozaïek in het graf (mausoleum) van de Romeinse keizerin Galla Placidia van 425 n.Chr.

 

 

 

pagina 6 – in de balk à Onderling pastoraat

 

 

Het gaat om onderling pastoraat. Dat wil zeggen dat iedere gelovige als schaap van de Goede Herder zelf een kleine herder wordt. De ene broeder of zuster is pastor, herder, voor de andere. Dat botst met reacties als: bemoei je maar met je eigen zaken, of: je hebt genoeg aan jezelf. Maar als iemand mij in liefde de waarheid zegt, moet ik niet kwaad worden. Dan wel kwaad worden is een wereldse reactie. Een christelijke reactie is het om dankbaar te zijn voor zo’n vermaning en terechtwijzing omdat de Goede Herder mij aanspreekt via mijn broeder of zuster.

Waarom vermanen we elkaar zo weinig? Komt dat niet omdat we te weinig de spanning beleven van het christen-zijn? De Bijbel leert ons dat mensen verloren gaan, terwijl ze de weg van het behoud geweten hebben. Er staat een eeuwigheid op het spel.

 

Kringen

Lid-zijn van de gemeente is principieel iets anders dan lid-zijn van de ANWB. Samen met een paar miljoen anderen bent u daar lid van, maar u kent elkaar niet en dat hoeft ook niet, want het gaat alleen maar om bepaalde diensten die zo’n vereniging de leden aanbiedt. De kerk is anders.

Kerk-zijn betekent in de eerste plaats: zoals de leden van een lichaam elkaar nodig hebben, zo hebben gemeenteleden elkaar nodig en zijn ze op elkaar aangewezen. Maar moeten we niet eerlijk zeggen dat onze gemeenten zich nogal eens kenmerken door langs elkaar heen leven en elkaar niet nodig hebben? Er zijn soms gemeenteleden die het idee hebben dat ze minder meetellen in de gemeente dan anderen en die zich daardoor eenzaam voelen. Daarom zijn we geroepen om de onderlinge liefde in de gemeente echt concreet inhoud te geven: een luisterend oor hebben voor de ander, hulpvaardig zijn, gastvrij, geduldig.

Laat dat gestalte krijgen in een aantal kleine kringen en kernen in de gemeente, waarin we samen danken en bidden, zingen en delen. Laat dat vorm krijgen in ontmoetingen tussen ouderen en jongeren. Wat een zegen wanneer ouderen zich door jongeren in hun hart laten kijken en zich niet schamen om hen eenvoudig te vertellen wie de Heere voor hen is. Andersom ook: dan staan ouderen verwonderd over wat er bij de jongeren leeft aan oprecht geloof. Laten we daar vooral ook om bidden in de kerkdiensten, om echte onderlinge eenheid. Gebeurt dat niet te weinig?

In de gemeente zijn we aan elkaar gegeven zoals de ledematen van een lichaam. Kijk in de spiegel van 1 Korintiërs 12: niet één lid kan gemist worden. Als er één lid wegvalt, is toch het hele lichaam verminkt?

 

Gaven

Als tweede betekent kerk-zijn: zoals elk lid in een lichaam een bepaalde functie heeft, zo hebben de leden van de gemeente elk hun eigen gave en dus hun eigen taak. De Heilige Geest houdt bij het uitdelen van de gaven rekening met aanleg en karakter van de gelovigen. Heeft iedereen in onze gemeente een eigen taak, die bij hem of haar past? Voelen mensen zich waardevol en weten ze zich gewaardeerd? Dat is vaak de kracht van evangelische gemeenten. Daardoor voelen mensen zich nodig, en dus ook betrokken bij de gemeente. Niemand kan anoniem de samenkomst in en uit gaan.

De Reformatie heeft vanuit de Schrift al eerder het ‘ambt van alle gelovigen’ benadrukt, denk bijvoorbeeld aan iemand als Martin Bucer. Hem stond een gemeente voor ogen waarin Christus heerschappij voert en de gemeenteleden naar elkaar omzien, elkaar vermanen en bemoedigen, iets voor elkaar willen betekenen, niet alleen in geestelijk, maar ook in materieel opzicht zodat de gemeente opgebouwd zal worden tot eer van God en tot heil van elkaar, tot een gemeenschap waar liefde woont. Daar gebiedt de HEERE Zijn zegen.

 

P. Nobel, Noordwijk

Ds. Pieter Nobel is predikant van de Hervormde Gemeente in Noordwijk en lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.

 

Dit artikel is eerder verschenen in Ambtelijk Contact. Studieblad ten dienste van ouderlingen en diakenen van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland, jrg. 64 (2025), nr. 2.


Commentaar

  • Aan Zijn voeten 2025-09-13 08:17:13

    Over de kerk is er nogal wat te doen, zeker over onze kerken, de Christelijke Gereformeerde...

  • Eindtijd 2025-08-30 08:50:10

    Al zolang wij bestaan leven we in de eindtijd. Zo leerde ik het van onze dominee op catechisatie....

  • Samen kerk-zijn 2025-08-15 13:51:52

    De kerk is een bont gezelschap. Dat valt u vast wel op in uw eigen kerk. Maar in de zomerperiode...

  • Vriendschap 2025-07-31 12:15:07

    In 2024 verscheen het rapport ‘Jeugdtrends’. Dit rapport is een samenwerking van een aantal...