Het huwelijk is in discussie. Velen kiezen voor samenwonen. Anderen verbreken hun huwelijk, soms tegen wil en dank, soms met minder moeite. Wat voor ons houvast geeft, is het bijbels onderwijs over het huwelijk. Het Nieuwe Testament geeft daarover diepe inzichten.

Het huwelijk is een verbintenis voor het leven: man en vrouw zijn volledig gericht op het welzijn van elkaar in goede en kwade dagen. Hun onderlinge band is belangrijker dan hun individuele behoeften.

Deze band is meer dan een contract waarbij partijen een afspraak maken over goederen die zij elkaar zullen leveren. Een contractrelatie kan worden beëindigd wanneer een van de partijen niet levert wat is afgesproken. Erkenning van schuld, vergeving en een nieuwe start passen niet in dit verhaal. Sterk heerst in onze cultuur de gedachte dat het huwelijk vergelijkbaar is met een contract. De Schrift onderstreept daarentegen dat het huwelijk een verbond voor het leven is. Man en vrouw binden zich ten overstaan van getuigen aan elkaar.

De gedachte dat het huwelijk een verbond is, is onmiskenbaar in het Oude Testament aanwezig. Het wordt een verbond genoemd en voor het aangezicht van God gesloten (Mal. 2, 14; Spr. 2, 17). Bovendien wordt het goddelijke genadeverbond daarmee vergeleken. Profeten verkondigen dat de HERE Zich aan zijn volk heeft verbonden zoals een man zich aan zijn vrouw verbindt. Verbreking van dit genadeverbond is als echtbreuk.

Het verbond dat God bij de schepping met de mens heeft gesloten, moet zich weerspiegelen in verbondsverhoudingen tussen mensen. De belangrijkste intermenselijke verbondsverhouding is de band tussen man en vrouw in hun huwelijk. Daarover lezen we al op de eerste bladzijde van de Bijbel.

 

Aanhangen

Ook het Nieuwe Testament spreekt over het huwelijk op een manier die doet denken aan een verbond. De apostel Paulus roept de gedachte daaraan op wanneer hij een tekst uit Genesis aanhaalt: een man zal zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw 'aanhangen' (Gen. 2, 24; Ef. 5, 31). Hij zal zich aan haar hechten, haar 'aankleven'. Dit woord komen we ook tegen in verband met de verhouding tussen de HERE en zijn volk. Mozes gebruikt dit woord wanneer hij de Israëlieten vermaant dat zij de HERE moeten aanhangen (Deut. 10, 10; 11, 22). Ook op andere plaatsen komt het woord 'aanhangen' voor in verband met de verhouding tussen God en zijn volk (Joz. 22, 5 ; 23, 8).

De tekst die Paulus aanhaalt spreekt niet alleen over 'aanhangen'. Genesis zegt ook dat man en vrouw een eenheid zullen vormen. Zij zullen tot één vlees zijn, een eenheid die heel hun persoon-zijn omvat. Ze zullen elkaar aanvullen, helpen en helemaal gericht zijn op elkaars welzijn. Ook zullen ze samen gericht zijn op de taken die zij als gehuwden hebben, een taak met het oog op de kinderen die geboren worden, en een taak naar de samenleving toe. De woorden die Paulus aanhaalt uit het Oude Testament, doen zonder meer denken aan een verbond.

Daarnaast maakt de apostel in datzelfde schriftgedeelte een vergelijking tussen enerzijds het huwelijk en anderzijds de band tussen Christus en zijn gemeente (Ef. 5, 22-30). Zoals Christus zijn gemeente heeft liefgehad, dient een gelovige man zijn vrouw lief te hebben. De liefde van Christus voor zijn gemeente is een voorbeeld voor de liefde van een man jegens zijn vrouw. Ook houdt Paulus gehuwden het voorbeeld van de gemeente van Christus voor. Zoals de gemeente zich overgeeft aan Christus, dient een gelovige vrouw zich over te geven aan haar man.

 

Geheim

De band tussen Christus en zijn gemeente geeft, zoals gezegd, richting aan de verhouding tussen man en vrouw. Het is van betekenis dat Paulus het woord 'aanhangen' aanhaalt. Hij stemt daarmee uitdrukkelijk in met het Oude Testament op dit punt. De apostel keert zich niet van het huwelijk af en heeft niet de mening dat ongehuwd-zijn op zichzelf de voorkeur verdient.

Paulus laat echter nog meer zien van de rijkdom van het huwelijk. We komen daarmee bij diepe gedachten van God over het huwelijk. De apostel wijst erop dat God bij de instelling van het huwelijk in het paradijs de relatie tussen Christus en zijn gemeente al voor ogen had. Hij heeft man en vrouw geschapen met het oog op Christus en zijn gemeente. Dat is een gedachte waar we nauwelijks raad mee weten. Tegelijk is deze gedachte reden tot verwondering.

Letterlijk zegt Paulus: 'Dit geheimenis is groot, doch ik spreek met het oog op Christus en [op] de gemeente' (Ef. 5, 32). Het huwelijk zoals God heeft bedoeld, is een voorafschaduwing van de band tussen Christus en zijn gemeente. Bij de schepping had God die band al voor ogen. Daarvan heeft Hij bij de schepping iets laten zien toen Hij het huwelijk tussen man en vrouw instelde.

Paulus geeft een christologische uitleg van de tekst uit Genesis. God heeft man en vrouw aan elkaar in een huwelijk verbonden met het oog op Christus Jezus. Zoals man en vrouw aan elkaar verbonden worden, zo worden Christus en zijn gemeente aan elkaar verbonden. Wanneer Paulus over het huwelijk spreekt, roept hij het beeld van een verbond op.

Een van de kenmerken van een verbond is dat het ten overstaan van een derde partij wordt gesloten. Het huwelijk wordt voor getuigen gesloten. In de kerk worden de huwelijksbeloften bevestigd voor het aangezicht van God. Dat komt onder meer tot uiting in het huwelijksformulier dat door onze kerken is vastgesteld. Het bruidspaar moet antwoord geven op een vraag die wordt gesteld door de predikant: 'Verklaart u dat u genomen hebt en neemt tot vrouw/man'. Met het antwoord dat zij geven, spreken zij niet allereerst elkaar aan. Ze spreken de predikant aan. Daarmee leggen zij eveneens een verklaring af voor God en zijn gemeente. Volgens een nieuw huwelijksformulier dat de generale synode van 2007 heeft vastgesteld en ook gebruikt kan worden, bestaat de mogelijkheid dat man en vrouw elkaar rechtstreeks aanspreken. Zij beloven elkaar trouw: 'Ik verklaar dat ik jou genomen heb en neem tot mijn vrouw/man'. Maar ook in dat geval verklaren zij daarbij dat zij dit doen voor God en zijn gemeente.

 

Bruiloft

Zoals gezegd is de diepere achtergrond van het huwelijksverbond de relatie tussen Christus en zijn gemeente. Maar het Nieuwe Testament zegt meer. Op verschillende plaatsen wordt deze relatie verduidelijkt aan de hand van het beeld van bruid en bruidegom. Christus is dan de bruidegom. Johannes de Doper noemt zichzelf de vriend van de bruidegom die naar hem luistert en zich verheugt over zijn stem (Joh. 3, 29). Zelf gebruikt Jezus ook dat beeld. Hij vergelijkt zichzelf met de bruidegom en zijn discipelen met bruiloftsgasten (Mar. 2, 19-20).

In het laatste bijbelboek komt dit beeld opnieuw naar voren. Dat gebeurt in het visioen van de bruiloft van het Lam. De gemeente is de bruid, Christus de bruidegom (Op. 19, 7). Als het nieuwe Jeruzalem verschijnt, is zij als een bruid die zich voor haar man mooi heeft aangekleed en opgemaakt (Op. 21, 9-10). Dan zal de verbondenheid tussen God en zijn volk volmaakt zijn. Datgene waarnaar mensen van oorsprong af hebben verlangd, zal dan tot vervulling komen. In het paradijs verlangde Adam al naar de volmaakte opheffing van zijn eenzaamheid. God heeft hem een voorlopige 'oplossing' gegeven. Deze is voorlopig omdat ze hoort bij het tijdelijke bestaan. Ondertussen wijst de verbintenis tussen man en vrouw naar de volkomen vervulling van het mens-zijn in Christus en de definitieve opheffing van de eenzaamheid in het nieuwe Jeruzalem. De hoogste bestemming van het mens-zijn wordt werkelijkheid bij de bruiloft van het Lam.

 

Feanwâlden
D. J. Steensma


Commentaar

  • Dirk de Groot 2024-10-25 17:15:47

    Woensdag 6 november aanstaande is het, D.V., dankdag voor het gewas en de arbeid: we brengen onze...

  • Israëlzondag 2024-10-11 17:20:39

    Afgelopen zondag is in veel kerken aandacht besteed aan de bijzondere band van ons als...

  • Ver van ons bed 2024-09-27 17:32:11

    Een korte zoektocht op het internet leert me dat er ooit een programma op de televisie was, dat de...

  • Laatste en eerste 2024-09-14 09:19:44

    Dit is mijn zesenveertigste en laatste commentaar voor dit mooie Kerkblad voor het Noorden. Na...