Tijdens de vakantie gaan we zondags ook naar de kerk. We zijn het van huis uit gewend. Het hoeft niet te zijn als thuis, maar wel houden we van een beetje inhoud, zo gezegd. Het witte kerkje, dat we op internet tegenkwamen, sprak ons wel aan. Het was een gemeente waar Christelijke Gereformeerden en Vrijgemaakten, samen een gemeente vormen. Ook nog in het Noorden van Nederland, of nauwkeuriger in Friesland. Het maakte mij een beetje nieuwsgierig. Hoe zouden ze daar de dienst invullen? Friezen, bekend om hun stugge vasthoudendheid. Vrijgemaakten, bekend om hun eigen gelijk. We gaan het zien.
De kerkenraadsleden zijn gekleed zoals de kerkgangers. Zwart ziet men niet.
De dienst begint met het zingen van enkele Opwekkingsliederen. Dit wordt begeleid door het combo, dat mijns inziens op hoog niveau speelt en zingt. Daarna krijgen de kleine kinderen de gelegenheid om naar de zondagschool te gaan. Jiske vertelt de gemeente dat ze het zullen hebben over Petrus die een verlamde man geneest.
De preek gaat over Jona. Een beetje een rare man, die Jona. Ik zag hem door de straten van de grote stad Nineve gaan. Bij elke kroeg stopte hij even. Gooide de deur open en schreeuwde naar binnen: ‘Nog veertig dagen en dan zullen jullie boeten.’ Genoeg, u kent de geschiedenis.
De preek gaat over het laatste hoofdstuk van het boek. Jona, die boos zat te mokken, omdat hij er aan twijfelde of de verwoesting wel door zou gaan. Hij kende God namelijk een beetje. Stel je voor dat ze zich bekeerden, had hij alle werk voor niets gedaan. Ze hadden echt straf verdiend. Een goddeloos volkje. Zo zat hij daar in zijn zelfgemaakte hut te wachten op, ja waarop?
De dominee neemt me mee in het verhaal. Daardoor voel ik iets van verwantschap met Jona. Zit ik ook niet graag op mijn eigen schaduwplekje. Op afstand toe te kijken. Wat doe ik met een wereld die verdwaald is. Waar voor God geen plaats meer is. Heb ik soms ook geen moeite met een God, die tegen een moordenaar zegt: ‘heden zult u…’
En ik die zo stinkend mijn best heb gedaan, kamp soms met verdriet en teleurstelling.
De dominee houdt de gemeente ter lering voor, dat je niet kritisch naar de ander moet zitten kijken. Jouw mening hoeft niet de boventoon te voeren. Als je zelf veel ontvangen hebt, gun je die ander ook het beste. Vergeef zoals ook God vergeeft. Kom uit je eigen schaduwplekje vandaan.
Jona en ik moeten leren, dat God een God van liefde en ontferming is. God weet wat hij van mensen kan verwachten. En toch gaf hij zijn Zoon.
Jona moest leren wie God is. God,  die de wereld lief heeft,moet huilen als er zoveel mensen moeten sterven. En ook al het vee nog. Leven uit Gods genade. Dat is pas leven.
Terwijl de dominee toewerkt naar het einde van zijn preek, kijk ik de gemeente rond. Christelijk   Gereformeerden, mijn gestorven vader noemde ze soms het stiefkoppen kerkje, vrijgemaakten, met hun ware kerkgedachte, zitten hier gezamenlijk bijeen. Horen hoe Jona genoot van de wonderboom. Zittend in de schaduw moest leren Gods liefde door te geven. Hier in het witte kerkje proefde ik dat twee verschillende gemeenten bezig zijn aan die boodschap gehoor te geven.

Douwe Janssen

 

 


Commentaar

  • Wereldverbeteraars 2024-05-03 13:31:31

    Wereldverbeteraars Met zijn boek ‘De meeste mensen deugen’ (2019), heeft Rutger Bregman zijn...

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...