Steeds vaker horen we over transgender personen. Dit plaatst voor allerlei vragen: wat betekenen geslacht en gender precies? Hoe te reageren als een volwassen gemeentelid een geslachtsverandering wil ondergaan? Of als een meisje op de jeugdclub vraagt of iedereen voortaan haar nieuwe naam wil gebruiken, omdat ze zich non-binair voelt?

 

Transgender personen zijn diegenen die zich identificeren als van het andere geslacht dan ze lichamelijk zijn. Tegenwoordig moet je politiek correct zeggen: als van het andere geslacht dan ze bij hun geboorte kregen toegewezen.

Hierachter zit de gedachte dat het ‘echte’ geslacht het beleefde geslacht, de gender, is en dat het lichamelijke geslacht daarvoor niet doorslaggevend is. Men spreekt ook wel van gender-incongruentiestoornis. Al wil men in bepaalde kringen niet meer van stoornis spreken maar van een variant in genderidentiteit.

Het woord ‘gender’ verwijst naar de combinatie iemands sekse, genderidentiteit en genderexpressie, dus naar de manier waarop die persoon zich identificeert als man of vrouw of iets ertussen of als buiten de man-vrouw tweedeling (non-binair) of ieder indeling wil loslaten (queer), en hoe die genderidentiteit tot uitdrukking komt in het leven. 

 

Intersekse

Een paar opmerkingen over intersekse. Intersekse is een verstoring in geslachtsontwikkeling. Dit betreft mensen met geslachtskenmerken die niet vallen binnen het gebruikelijke man-vrouw onderscheid. Zij hebben in het algemeen kenmerken van beide seksen. Vroeger sprak men wel van hermafroditisme. Het werd algemeen gezien als een ontwikkelingsstoornis, die in overleg met betrokkenen soms (goed)deels verholpen kon worden. Soms wordt het vóórkomen hiervan gezien als een tussenvorm  tussen man en vrouw. Dan wordt ontkend dat de mens ‘normaal’ (biologisch normatief) gesproken twee geslachten kent, namelijk man en vrouw.

Ik meen echter dat intersekse een verstoring van het normale patroon is. Zij die intersekse echter zien als een ‘normale’ variant, helpen de betreffende mensen niet echt. Weliswaar kan een positieve intentie daarbij kan zijn dat zij alle mensen, ongeacht hun seksuele staat, als volledig gelijkwaardig willen zien. Maar dat geldt bij alle medische aandoeningen en is geen reden om te ontkennen dat het om een aandoening gaat. 

 

Jongeren

Terug naar transgender personen. Tot voor enkele decennia geleden ging het hierbij vooral om mensen die al heel jong het besef hadden dat er iets niet goed was in hun leven. Er manifesteerde zich een sterk onbehagen met het geboortegeslacht, wat een schrijnende vorm van lijden kan meebrengen. Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw werd genderdysforie vooral gezien als een  psychische stoornis. Psychiatrische behandeling bleek echter vaak heel moeilijk.

Vanaf jaren twintig van de vorige eeuw begon men in Duitsland met een medische benadering waarin met hormonen en operaties het lichaam qua uiterlijke geslachtskenmerken zo goed mogelijk werd aangepast aan het beleefde geslacht. Vanaf begin jaren zestig deed deze benadering ook in Nederland opgang. Dit betreft een relatief heel beperkt aantal mensen. In de psychiatrie ging men in 2014 nog uit van één op tienduizend vrouwen (die zich als man beleven) en drie op tienduizend mannen (die zich als vrouw beleven).

Sinds omstreeks 2012 is echter het aantal mensen dat zich meldt bij de genderklinieken heel sterk gestegen (zie afbeelding). Het gaat in belangrijke mate om adolescenten en daarvan in grote meerderheid om meisjes die zich niet gelukkig voelen in hun lijf. Ze hebben vaak te maken met andere problematiek als autisme, depressiviteit, ADHD, angststoornis, verwaarlozing of seksueel grensoverschrijdend gedrag. Men vraagt zich af of het leven in als iemand van het andere dan hun geboortegeslacht niet beter is. Bij deze groep spelen omgevingsfactoren een grote rol. Het lijkt niet toevallig dat de sterke stijging van jongeren met genderproblematiek samengaat met de opkomst van de smartphone en de sociale media. Door de interacties die men heeft op de sociale media kunnen bestaande problemen als hierboven genoemd versterkt worden en tot gendertwijfel of ook genderdysforie leiden. Kinderen en zeker pubers zijn op zoek naar hun identiteit en leven vandaag in een sociaal klimaat dat hen oproept hun genderidentiteit te verkennen. Meisjes bijvoorbeeld die zich onzeker voelen over zichzelf en hun uiterlijk en zich afvragen of ze wel meetellen onder hun leeftijdgenoten en zich tegelijkertijd als vrouw kwetsbaar voelen, mogelijk ook nog porno gezien hebben, gaan denken dat ze beter een jongen kunnen zijn.

 

Transitie

Onderzoek maakt evenwel duidelijk dat genderdysfore gevoelens bij vier op de vijf kinderen met genderproblemen in de loop van de adolescentie verdwijnen. Van belang is dan wel dat het kind aandacht krijgt voor zijn problemen en in zijn lichamelijke geslacht wordt bevestigd.

Dit is met name belangrijk gezien de behandelingsaanpak van adolescenten die vanaf midden jaren negentig vorige eeuw wordt gevolgd. Kinderen met genderdysforie die in behandeling worden genomen worden dan al jong behandeld met ‘puberteitsremmers’. Dat zijn hormonen die de lichamelijke ontwikkeling van jongen of meisje praktisch stillegt. Dus bij een jongen begint niet de haargroei op het gezicht, wordt de stem niet zwaarder en het lichaam ook verder niet mannelijker. Bij een meisje wordt borstgroei en ook verdere vervrouwelijking van het lichaam voorkomen.

Zo moet deze behandeling groeiend ongemak met het eigen lichaam voorkomen en ervoor zorgen dat een eventuele lichamelijke transitie naar het beleefde geslacht minder ingrijpend is dan wanneer de pubertijd wordt doorgemaakt in het geboortegeslacht. Die puberteitsremmers zouden een soort van pauzeknop zijn in de ontwikkeling die daarmee ook tijd geeft om goed na te denken over wenselijkheid van een transitie. Dit lijkt echter niet zo te werken; de overgrote meerderheid van jongeren die beginnen met puberteitsremmers ondergaat ook, tenminste deels, een medische transitie. De soms voorgestelde keuze: een dode zoon of een levende transdochter, heeft geen wetenschappelijke basis.

Er zijn soms jongeren die beginnen met alleen een sociale transitie. Zij gaan leven als iemand van het wensgeslacht zonder lichamelijke aanpassingen. Voor sommigen is het genoeg om zich minder ongelukkig te voelen. Hierbij is het goed te beseffen dat een sociale transitie, met een nieuwe naam, outfit en ander kapsel, wel iets doet met de persoon. Bijna alle kinderen (98%) die daar op jonge leeftijd voor kiezen blijken zich rond hun zestiende nog steeds als transgender te identificeren en zestig procent van hen gaat binnen vijf jaar in lichamelijke transitie. Sociale transitie verhoogt dus de kans op medische transitie. (Wordt vervolgd)

 

Henk Jochemsen

 

Prof. dr. H. Jochemsen is voormalig directeur van het Prof. dr. G.A. Lindeboom Instituut (1987-2009) en emeritus-bijzonder hoogleraar medische ethiek VUmc en TU Utrecht

 


Commentaar

  • Privé 2025-10-11 07:31:53

    Vanaf het begin van deze maand is op tv de documentaire Sextortion te zien. Bij sextortion wordt...

  • Omdat we gezonden zijn … 2025-09-27 07:43:17

    Ik was weer in Indonesië, samen met vier studenten van de Theologische Universiteit Apeldoorn....

  • Aan Zijn voeten 2025-09-13 08:17:13

    Over de kerk is er nogal wat te doen, zeker over onze kerken, de Christelijke Gereformeerde...

  • Eindtijd 2025-08-30 08:50:10

    Al zolang wij bestaan leven we in de eindtijd. Zo leerde ik het van onze dominee op catechisatie....