Geduld met God
‘Op veel punten ben ik het met atheïsten eens, vaak op bijna ieder punt – behalve in hun geloof dat God niet bestaat.’ Dit is de eerste zin van dit boek, waarmee de auteur meteen de toon zet. In het vervolg legt hij uit wat hij hiermee bedoelt, prachtig samengevat in de titel. Volgens hem is er fundamentele overeenkomst tussen een orthodoxe atheïst en een christen met een goedkoop geloof. Beiden hebben geen geduld met God, omdat ze een duidelijk beeld van Hem hebben: de één beweert dat Hij niet bestaat, de ander dat Hij er vanzelfsprekend wel is.
Halík betoogt keer op keer dat het niet zo simpel is. De enige, ware God kunnen we niet afbeelden, omdat Hij een Mysterie is. Maar Gods gezicht is te zien in Jezus, in de spiegel van Pasen. Het gaat er niet zozeer om dat we instemmen met zijn opstanding als feit, maar dat we opstaan met Hem. Dat de opstanding ons kracht geeft om in vertrouwen op God het vol te houden in de verschrikkingen van deze wereld, ook als ze ons zelf overkomen of we zelf ons aandeel er aan leveren.