De gelijkenissen van de Here Jezus zijn intrigerend. Ze laten de lezer of hoorder achter met vragen, ze nodigen uit tot herkauwen. Ze verwarren of schokken ook. Voor ons, westerse lezers, is het zinnig om te weten welke verwarring de joodse luisteraars overkwam. Een vader die rennend op zijn terugkerende zoon afvliegt is voor hen schokkend, want het is beneden de waardigheid van een patriarch. Of neem de bruidegom die tegen de vijf dwaze meisjes zegt dat hij ze niet kent en de deur sluit. Dat staat nogal haaks op de oosterse gastvrijheid!

 

De onlangs geëmeriteerde hoogleraar A. Baars heeft een boek geschreven dat Spiegelverhalen heet. In dit boek worden drie gelijkenissen besproken. Die van de zaaier, van de verloren zoon en de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Baars plaatst de gelijkenissen tegen de achtergrond van pastorale zorg. Een deel van dit boek is daar ook aan gewijd. Onderdeel van pastorale zorg is, uiteraard ingebed in ontferming en barmhartigheid: hoeden en beschermen. Hierbij gaat het om vermanen, waarschuwen en eventueel bestraffen van de pastorant. Dit confronterende profetische, dat in veel pastoraat nogal eens ontbreekt, zit ook in de gelijkenissen.

In elke plaatselijke kerk komen ze voor: jonge mensen die de kerk verlaten, om welke reden of door welke oorzaak dan ook. In het eerste artikel kwamen openingen voor een gesprek met deze jongeren aan de orde. Ook zijn enkele oorzaken genoemd waarom jonge mensen de kerk verlaten. In dit tweede artikel komt onder andere naar voren dat je nooit moet proberen alle vragen van een antwoord te voorzien

Het zal misschien overbodig zijn om het te zeggen, maar de ambtsdrager kiezen nooit de opstelling van de kerkelijke opsporingsambtenaar, waarbij de bezochte zich de gezochte voelt.

Zonder zich te dwingen tot gewilde of gespeelde vriendelijkheid, moet worden geprobeerd een sfeer van spontane vriendelijkheid en vertrouwen te scheppen, zodat de bezochte jongere zich zelf kan zijn en ruimte krijgt om aan zijn of haar gedachten en gevoelens op ontspannen manier uitdrukking te geven.

De jaarlijkse gebedsweek ligt weer achter ons. Op de groeikring besloten we om in ons eigen dorp te blijven en om met een aantal leden te gaan bidden. Daar zaten we dan met circa twintig mannen en vrouwen. PKN-ers, GKV-ers, CGK-ers en evangelischen.

'Heer'-lijk om zo samen gebeden op te sturen naar Boven.

In het vorige artikel kwam aan de orde dat we rentmeester zijn van ons hart. Ons hart bevat allerlei delen waarvan we ons niet of half bewust zijn. Die met elkaar kunnen conflicteren. Waar soms zomaar iets uit opwelt waar we eerder geen idee van hadden.

We kunnen als christen soms moedeloos zijn. Het geloof lijkt zo weinig te bieden. Ja, natuurlijk, verstandelijk gezien biedt het wat houvastpunten: Jezus wederkomst, Gods vergeving. Alhoewel, aan dat laatste kunnen we ook zomaar weer gaan twijfelen omdat we zo weinig liefde bij onszelf opmerken, laat staan vreugde en vrede. We vinden het soms lastig om te vergeven, het zou eigenlijk wel moeten. We kunnen het moeilijk vinden om geen porno meer te kijken, onze driftbuien achter ons te laten, onze werkdrift te beteugelen, om zonder angst en controle te leven. De dominee op de preekstoel kan ons wel vertellen dat we het kwade moeten nalaten en het goede moeten doen… Maar onze goede werken moeten soms of vaak uit onze tenen komen (en blijkbaar ergens uit onszelf, op eigen, uitgeputte kracht). En het kwade of zondige blijft zo onweerstaanbaar.

Mogen de discipelen nu wel of geen stok meenemen op hun reizen? De ene evangelist zegt dit, de andere dat. Wat heeft Jezus zijn discipelen nu echt opgedragen? Augustinus heeft daarop een antwoord geformuleerd in zijn harmonie van de vier evangeliën.

 

Marcus vertelt dat de discipelen alleen een stok mochten meenemen, verder niets (Mar. 6, 9). Volgens Augustinus duidt deze stok op het gezag van de discipelen. Daarbij past de vertaling 'staf'. Matteüs (10, 9) en Lucas (9, 3) daarentegen vertellen dat de discipelen géén stok mogen meenemen. Volgens Augustinus bedoelen deze evangelisten dat verkondigers van het evangelie zich geen zorgen mogen maken over hun levensonderhoud. Daarom hoeven ze het geringste niet mee te nemen, zelfs geen stok.

Commentaar

  • Wereldverbeteraars 2024-05-03 13:31:31

    Wereldverbeteraars Met zijn boek ‘De meeste mensen deugen’ (2019), heeft Rutger Bregman zijn...

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...