Met dit boek won Van Os de Brusseprijs voor het beste journalistieke boek en de Libris Geschiedenisprijs. Dat is begrijpelijk, want het is een verbluffend overlevingsverhaal dat tot stand is gekomen na langdurig en grondig speurwerk. De hoofdpersoon is Mala Shlafer, in 1926 geboren in een orthodox Joods gezin in Warschau. Na een leven vol omzwervingen woont ze (in 2020) in Amstelveen.

Mala ontsnapte uit het getto van Warschau en gaf zich al gauw uit als een Poolse met een Rooms-katholieke levensovertuiging. Dat was niet moeilijk want ze had op een Poolse school gezeten in een klas met rooms-katholieke kinderen. Bovendien had ze helemaal geen Joods uiterlijk. Met Poolse vriendinnen, die antisemitisch zijn, geeft ze zich op voor arbeidsdienst in Duitsland. Vaak zei ze voor hen Poolse gedichten op, onder andere het gedicht: Liever dier dan mens.

 

Leerlingen van Jezus hoeven zich geen zorgen te maken over eten, drinken of kleding. Zij laten zich daardoor niet in beslag nemen. Heidenen doen dat wel. Zij zijn daarmee juist heel sterk bezig. Hun zoeken gaat naar dat alles uit. Daardoor kennen ze heel veel zorgen. De grote Deense filosoof en theoloog Søren Kierkegaard (1813-1855) legt in een aantal toespraken uit wat die zorgen zijn: de zorgen van armoede, overvloed, geringheid, hoogmoed, overmoed en nog veel meer. Mooi is hoe hij daarbij het voorbeeld van de vogel uitwerkt, dat door Jezus is gebruikt. De vogel moet onze leraar zijn! En ook de lelie trouwens. Als we van hen leren, en bovenal van Christus zelf en het evangelie, blijven de zorgen van de heidenen verre van ons. Deze toespraken naar aanleiding van Matteüs 6, 25-43 vormen de eerste afdeling van een forse bundel christelijke toespraken, die Kierkegaard in 1848 schreef.

Kinderen willen graag voor in de kerk zitten. Dan kunnen ze alles goed zien en voelen ze zich betrokken. Zoals kinderen ook graag op school het hulpje willen zijn en naast de juf willen zitten. Als je ouder wordt, verandert dat vanzelf. Op de middelbare school wil er niemand voorin zitten. Achterin, zo ver mogelijk bij de docent vandaan.

 

In de kerk zitten mensen ook graag het liefste achteraan. Ik heb dat lang vreemd gevonden. In het theater wil je graag de beste plaatsen – en in elk geval niet achteraan zitten. Bij een concert doen mensen er van alles voor om zo ver mogelijk vooraan te staan. In het voetbalstadion betaal je meer voor de plaatsen met het beste ‘zicht’. Wat zegt dat?

 

Wie gelooft, mag een beroep doen op God: je mag zijn hulp inroepen, zoals een kind zijn vader roept als er problemen zijn. Dat geeft ieder die gelooft, een bijzonder sterke positie in deze wereld. De gelovigen weten zich gesteund door de Almachtige. Toch is er een grens. Je moet heel goed weten waaraan je zijn naam verbindt.

 

Daarvoor waarschuwt het derde gebod van de decaloog. De naam van God mag niet ijdel worden gebruikt (Ex.20,7). Wie dat wel doet om daarmee zijn eigen plannen door te zetten en zijn naaste schade te berokkenen, laadt schuld op zich.

 

‘Je moet beginnen met de eerste tree’

 

De christelijke familie Masih blééf doorprocederen voor asiel. Terugkeer naar Pakistan was levensgevaarlijk, beschuldigd van blasfemie. Ze kregen uiteindelijk een status. Dat daar zes (!) asielaanvragen voor nodig waren, kun je hen aanrekenen maar ook het Nederlandse systeem.

 

Commentaar

  • Storm in de CGK 2025-07-04 17:44:42

    De afgelopen jaren en zeker de afgelopen maanden en weken zijn voor onze Christelijke...

  • Hellend vlak 2025-06-21 09:25:10

    Net als veel anderen denk ik met weemoed terug aan vroegere tijden. Binnenkort word ik...

  • Zien en zijn 2025-06-07 08:46:46

    Ik worstel ermee. Onlangs hoorde ik twee uitdrukkingen die me sindsdien bezighouden. Het ging over...

  • Eeuwig dankbaar 2025-05-24 07:16:04

    Doetinchem heeft zich mooi op de kaart gezet. Dit jaar vierde koning Willem-Alexander zijn...