U mocht onlangs uw 40-jarig jubileum vieren als predikant. Zou u met een paar trefwoorden die 40 jaar kunnen typeren?

Ik mocht de kerken van Zwijndrecht en Zwolle dienen. Als trefwoorden kies ik: zoeken en zekerheid, zuchten en zingen. Ik ben opgegroeid in een omgeving waar verschillen in geloofsbeleving voortdurend onderwerp van gesprek waren. Ik herinner me huilpartijen op verjaardagen, als er familie op bezoek was. Ik was een nakomertje en begreep veel nog niet, maar ik voelde de geladenheid van het onderwerp. Mijn afscheidspreek gaat over Lucas 11, het gedeelte dat mij ooit de moed gaf om theologie te gaan studeren, omdat Jezus daar heel stellig verzekert dat God aan iedere bidder de Heilige Geest geeft. Wie zoekt zal vinden, staat er ook. Ik ben altijd een zoekend christen geweest. Ook nooit de dominee ‘die het allemaal weet’. Preken maken was elke keer weer ‘graven’ in de Bijbeltekst en hoe kostbaar als je dan iets mag ‘vinden’, dat jou verrast en waarmee je de preekstoel op mag.

Ik heb in mijn geloof een ontwikkeling doorgemaakt. Mijn zekerheid is steeds minder geworden ‘wat ik weet van God’ en steeds meer ‘God zelf’. Dat ik al zoekend ook werkelijk telkens weer mag vinden wat ik op dat moment nodig heb, het woord dat mij houvast geeft. Een zekerheid die buiten mijzelf ligt. Ook in het pastoraat heb ik echt mijn weg moeten zoeken. Je bent nog wel erg jong als je al met allerlei vragen en soms heel groot leed wordt geconfronteerd. Bij dat zingen denk ik natuurlijk ook aan het hele proces rond het lied in de eredienst. Ik herinner me nog dat we de bundel ‘Schriftberijmingen’ invoerden in Zwijndrecht en dat er toen mensen overgingen naar een andere kerk. Ook zo liggen zingen en zuchten soms dicht bij elkaar. Maar ik houd enorm van zingen, van kerkmuziek, en ik ben het echt eens met Luther die muziek één van de kenmerken van de ware kerk noemde. Mooie liederen en goede muziek dragen ons geloof en daarom was ik erg dankbaar voor de verruiming die er kwam in deze 40 jaar. Bij dat zuchten denk ik natuurlijk aan de vele spanningen in de kerk, in plaatselijke kerken en in het kerkverband. Wat doen we elkaar aan. Misschien heb ik een wat kwetsbare gevoeligheid overgehouden aan jeugdervaringen op dit punt, maar op het punt van spanningen binnen de gemeente of het kerkverband ben ik er niet zonder butsen en deuken van afgekomen.

 

 

U bent begonnen als predikant in de CGK van Zwijndrecht en later in die van Zwolle. Zou u iets kunnen vertellen wat er bij u veranderd is en wat er hetzelfde is gebleven?  

In Zwijndrecht leefden de vragen van de toe-eigening van het heil: mag ik echt zeggen dat ik een kind van God ben? In Zwolle kwam dat minder voor. Daar ging het veel over hoe onze inzet dienstbaar mag zijn aan Gods Koninkrijk. In Zwolle leefden ook twijfels, meer in de trant van: ‘waar is God dan in mijn leven?’ In Zwolle werkte ik in een team van collega-predikanten en kerkelijk werkers. In Zwijndrecht ving de kerkenraad mijn beperkingen op; in Zwolle ook, maar daar vulde je elkaar ook aan als werkers. In Zwolle trok ik langs drie ‘preeklocaties’. Dat gaf ontspanning in het aantal preken dat gemaakt moest worden. Ook als het gaat om preken maken kan gelden: ‘Less is more’. De Bijbelse boodschap verstaan en doorgeven kan een predikant heel veel tijd kosten. In Zwijndrecht moest ik als predikant zelf het overzicht houden over mijn bezoeken, al hadden we ook daar natuurlijk overleg in de kerkenraad. In Zwolle werd ik aangestuurd door de kerkelijk werker pastoraat. Dat kan niet anders in zo’n grote gemeente. Zwijndrecht en Zwolle liggen beide aan een rivier en we hadden op beide plekken nogal wat varende gemeenteleden. Zowel in Zwijndrecht als in Zwolle hadden Lieneke en ik buren die gemeentelid waren en aan wie we veel te danken hebben.

 

 

Veertig jaar predikant zijn, is ook tenminste zovele jaren omgaan met de Schriften. Zou u iets kunnen vertellen over uw omgang met het Woord van God? 

Waar ik het meest dankbaar en verwonderd over ben is dat ik in die 40 jaar me in de Schriften heb mogen verdiepen en dat die veel meer voor mij zijn gaan leven. De Bijbel is wel een ander boek voor me geworden. In mijn jeugd ‘aten’ we de Bijbelse geschriften als ‘stamppot’ en plakten we bij onze Bijbelstudies teksten uit Genesis aan die uit Openbaring, enz. Ik ben steeds meer elk Bijbelboek op zichzelf gaan benaderen, en gaan zien dat de Bijbel nuances kent, en dat je van een ontwikkeling in de Bijbelse boodschap kunt spreken. De namen van de schrijvers en de tijd van schrijven staan er niet voor niets dikwijls bij.

 

Welk beeld van onze God komt steeds meer op uw netvlies te staan?

Het beeld van Jezus. Zoals Hij omging met de mensen die de ‘kerk’ van zijn dagen afschreef. Zoals Hij trouw bleef aan zijn discipelen die Hem zo ontrouw waren en zelfs na zijn opstanding nog twijfelden. ‘Hij kwam hun tegemoet’, staat er dan. Wie Hem gezien heeft, heeft de Vader gezien. Zelfs aan het kruis zien we vooral hoe lief God de wereld had. Met dat beeld in mijn hart zie ik God overal. Jezus heeft mij geleerd te letten op de lelies en de vogels, de herders en de zaaiers. Ik wandel graag in de natuur en verwonder me voortdurend. ‘Mij spreekt de blomme een tale…’

 

Wat zou u de lezers van het Kerkblad voor het Noorden willen toewensen vanuit uw lange ervaring in prediking en pastoraat? Zou diezelfde vraag kunnen beantwoorde voor onze kerken? 

Wat ik iedereen toewens, binnen en buiten onze kerken, is de zegen van de werkelijke ontmoeting met de ander. Dan moet je je eigen beperktheid hebben leren aanvaarden: wij ‘kennen ten dele’ zoals Paulus in 1 Kor. 13 zegt. Onze verschillen in opvatting hebben altijd te maken met onze beperktheid in visie. Niemand ‘weet het’. Daarom roept de Bijbel ons op om één te zijn, als we het niet eens zijn. Die volgorden hebben wij steeds weer omgedraaid: we willen het eerst eens zijn voor we één zijn. Dat is een doodlopende weg, zoals we nu zo langzamerhand toch zouden moeten weten, uit bittere ervaring. Dan kom je niet verder dan de discussie, om je gelijk te halen. Stop de discussie, kies voor ontmoeting! Probeer te begrijpen wat de ander heeft mogen ontdekken in zijn of haar leven, en ervaar dat er dan ruimte ontstaat voor de ander om ook te luisteren naar wat jou ten diepste beweegt.  En verwacht niet dat we op korte termijn de verschillen onder controle hebben. We zijn zelfs beperkt in het verstaan van elkaar. Als we eens durfden wagen om te vertrouwen op de zegen van God op éénheid, verbondenheid, ontmoeting…

 

Jurrian Oosterbroek, Dronten


Commentaar

  • Zingen in de eredienst (2) 2024-07-25 18:25:50

    Vorig jaar schreef ik over het zingen van psalmen en liederen in de eredienst. Iemand sprak me...

  • Verslavingen 2024-07-12 17:57:04

    Ruim een op de vijftien jongeren gokt weleens online, zo blijkt uit een onderzoek van het...

  • All Nations 2024-06-28 17:42:30

    Vorige week was ik met een groep studenten van de Theologische Universiteit Apeldoorn bij All...

  • Op weg naar de GS 2024-06-15 10:09:55

    Als dit kerkblad verschenen is, is het bijna zover dat de Generale Synode bijeen komt in...