In de vormingscursus van onze kerken heeft ds. S. Strijbos dit seizoen gesproken over het onderwerp 'Kunnen wij de wereld verbeteren? De commissie vormingscursus had hem gevraagd voor het onderwerp 'Bijbel, wetenschap en techniek'. Maar omdat dit te breed was heeft hij het toegespitst op de bovengenoemde vraag. In een tweetal artikelen geeft dr. Strijbos een impressie van wat er zoal aan de orde kwam.

 

Bijbel, wetenschap, en techniek (1)

 

Dit is een centrale vraag van de moderne tijd die in de Westerse wereld is opgekomen en dominant is geworden vanaf de zeventiende eeuw. In de cursus heb ik in de eerste twee lezingen een lange historische aanloop gemaakt vooraleer deze vraag uitdrukkelijk aan de orde te stellen in de derde lezing. In twee artikelen wil ik kort ingaan op wat mij bij deze vraag vooral bezig houdt als gelovige.

Vooraf nog dit. Ik moet erkennen dat ik zelf niet snel zoiets zal zeggen als: hoe kunnen we de wereld een beetje beter maken. Zulke woorden klinken mij te oppervlakkig in de oren, te optimistisch ook. Maar toch, welke bijdrage kan ik dan leveren aan de algemene discussie. Christenen hebben vanuit de bijbel weet van zonde, kwaad en schuld, maar wat betekent dit weten dan voor onze vraag, de vraag van moderne mensen?

Als we aan deze vraag stilzwijgend voorbijgaan is het niet denkbeeldig dat een christen vandaag terecht komt in een bepaald dualisme of tegenstelling van ‘hiernamaals’ en ‘hiernumaals’, van geloven op zondag en dagelijkse praktijk.

 

Het verslag van de najaarsvergadering van de classis Zwolle 2015 gaf enige informatie over de visie van de kerkenraad van Lelystad op het geregistreerd partnerschap van een man en een vrouw: 'volgens de wet gelijk aan het huwelijk'. Afgesproken is dat de raad de classis zou dienen met een instructie.

 

Een eerste vraag die je bij zo'n uitspraak moet stellen is: is dit waar? Is het waar dat volgens de wet zo'n partnerschap gelijk is aan het huwelijk? En stel dat er sterke overeenkomsten zijn, moet de kerk altijd meegaan met het oordeel van de wetgever?

Een tijdje geleden schreef ik in Ambtelijk contact een column over ‘zorgvuldige voorbede’. Ik refereerde aan het feit dat in een grote gemeente een lange lijst met namen van broeders en zusters voorbijkomen die ernstig ziek zijn of voor een operatie staan.

 

Ik schreef: 'Uitgebreid staat de predikant in zijn gebed stil bij wat iedereen mankeert en nodig heeft. Een opsomming van allerlei kwalen komt voorbij. Sommige gemeenteleden vinden het gebed zo wel erg lang duren, maar ik denk alleen: wat mooi dat we zo de gemeenschap der heiligen gestalte kunnen geven. Tegelijkertijd kriebelt er wat bij mij. Altijd als ik dit hoor speelt er in mijn achterhoofd: is het wel ethisch juist wat we doen? Hoe expliciet mag je iets vermelden, bijvoorbeeld in het kerkblad of in de voorbede? (...) Hoe kunnen we voor onze broeders en zusters bidden met respect voor hun persoonlijke levenssfeer? Lang niet iedereen wil dat zijn of haar (ziekte)omstandigheden bij de gemeente bekend worden, laat staan breed uitgemeten worden in het kerkblad. Nog indringender wordt het als de predikant benoemt hoe iemand een en ander in het geloof ervaart en verwerkt.'

Een mooi boek voor de veertigdagentijd. Bij elke dag vind je een stukje tekst, behorend bij een te lezen bijbelgedeelte. En voor elke dag iets te maken, te beleven, te ruiken, te proeven of te luisteren. Mooi vormgegeven en gebonden boek, in pasteltinten en fris geschreven. En gezien het ‘proeven’ vind je een paar bijzondere gerechten, zoals woestijnsoep of joodse kippensoep.

 

Nynke Sikkema-Holwerda, Hoogeveen

De Heer is waarlijk opgestaan! Met die woorden kwam een predikant elk jaar op de morgen van eerste paasdag de consistorie binnen. Het graf is leeg! Velen hebben de Here in levende lijve gezien! Hoezo product van een vrome wens?

 

Sommigen menen dat de opstanding van Christus niet meer is dan een idee. De leerlingen wilden graag dat de verkondiging van Jezus zou voortleven en dat mensen zijn persoon en werk niet zouden vergeten. Pasen zou dan vooral iets zeggen over de geloofsbelevenis van de discipelen, maar niets over een werkelijk gebeuren.

Maar hoe verklaar je dan ooit dat het graf daadwerkelijk leeg was? Dat de discipelen hun Here echt hebben hem gezien, gehoord en aangeraakt? Hij was in hun midden! Hij at met de Emmaüsgangers. Hij is verschenen aan Simon Petrus, ook wel Kefas genoemd, en aan de andere discipelen. Daarna is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd gelovigen. In de tijd van Paulus waren velen van hen nog in leven en konden getuigenis afleggen van die verschijning (1 Kor. 15, 5-6).

 

Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...