Hoop door de opstanding
Hoop verloren, al verloren. Een gezegde dat ons zoveel zegt als: zonder hoop ben je alles kwijt. Wie niet meer hoopt, geeft het op. Die is de moed in de schoenen gezakt en komt niet vooruit. Hopen is blijkbaar een belangrijk woord. Wie niet meer hoopt kijkt de duisternis in en ontwaart geen licht meer. De vraag die we wel moeten stellen: bedoelen mensen hetzelfde als ze het over ‘hopen’ hebben? En een andere vraag: wat is ‘hopen’ in de taal van de Bijbel?
De vraag is namelijk of hoop een fundament heeft! Neem de wereld van de oude Grieken. Die kennen ook het woord ‘hoop’. Bekend is het mythologische verhaal over Pandora. U weet wel van de doos van Pandora. Pandora opende nieuwsgierig een vat met als gevolg dat alle rampen en ziekten en zorgen eruit kwamen en de ellende op de wereld brachten. Pandora deed snel het deksel dicht en alleen ‘hoop’ bleef daardoor achter in het vat. Maar wat voor hoop was dat? Ongefundeerde hoop! Hoop die het gezicht van het noodlot heeft; het blijft allemaal onzeker. Het is de hoop van ons dagelijks spraakgebruik: ‘ik hoop dat ik er morgen op tijd zal zijn’. De hoop van het kan vriezen of dooien. Hoop en zekerheid reiken elkaar hier niet de hand.