Het grote kruis
Ik stond nog maar heel kort in mijn eerste gemeente Mussel, toen ik van een zeer oude en blinde zuster uit de consulentgemeente Onstwedde een verzoek kreeg bij haar te komen. Ze wilde me, vóór ze ging sterven, spreken. Ik er naar toe. Ik vroeg wat ze wilde zeggen. 'Doomnie', zei ze, 'ik heb zoveel zonden, ik weet niet, of ze mij vergeven worden!' Ze begon met haar vinger allemaal kruisjes te zetten op de deken van het bed, waarin ze lag. Ik vroeg haar: 'Zijn dat al uw zonden?' 'Ja', zei ze, 'en er zijn er nog veel meer!'