Getuigen van wat God doet
Wordt het niet steeds lastiger – en misschien ook wel: gevaarlijker – om als gelovige getuige te zijn van Jezus?
Op de dag dat ik dit artikeltje schreef, las ik ’s morgens het vierde hoofdstuk van het boek Handelingen. Daar wordt door Lucas verteld dat Petrus en Johannes door de Raad worden verhoord, en dat hen ‘dreigend’ verboden wordt over Jezus te blijven spreken. Wanneer Petrus en Johannes daarna worden vrijgelaten, bidt de gemeente of de Here op die dreigingen wil letten en of Hij zijn dienstknechten wil geven dat ze met alle vrijmoedigheid zullen blijven getuigen (zie Hand. 4, 29).
Oog in oog met de dreiging die aan het opkomen is en die steeds duidelijker wordt, bidt de gemeente: Here, geef ons dat we onze mond niet houden, en dat we vrijmoedig blijven spreken over U.