Wordt het niet steeds lastiger – en misschien ook wel: gevaarlijker – om als gelovige getuige te zijn van Jezus?

Op de dag dat ik dit artikeltje schreef, las ik ’s morgens het vierde hoofdstuk van het boek Handelingen. Daar wordt door Lucas verteld dat Petrus en Johannes door de Raad worden verhoord, en dat hen ‘dreigend’ verboden wordt over Jezus te blijven spreken. Wanneer Petrus en Johannes daarna worden vrijgelaten, bidt de gemeente of de Here op die dreigingen wil letten en of Hij zijn dienstknechten wil geven dat ze met alle vrijmoedigheid zullen blijven getuigen (zie Hand. 4, 29).

Oog in oog met de dreiging die aan het opkomen is en die steeds duidelijker wordt, bidt de gemeente: Here, geef ons dat we onze mond niet houden, en dat we vrijmoedig blijven spreken over U.

Slaat de apostolische geloofsbelijdenis daarmee niet een groot deel van het leven van Jezus op aarde over? Vreemd. Ze noemt direct na zijn geboorte zijn lijden. Wat zegt ons dat bittere lijden trouwens?

 

Met het woord 'geleden' is iets bijzonders aan de hand. Waarschijnlijk hoorde het niet bij de allereerste vorm van deze geloofsbelijdenis. Dat blijkt onder meer uit enkele oude belijdenissen die lijken op de apostolische geloofsbelijdenis en waarin dit woord ontbreekt. Dat is wel heel opmerkelijk. Dan staat er dus over Jezus: 'geboren uit de maagd Maria, onder Pontius Pilatus gekruisigd'.

Later zou de kerk daaraan het woordje 'geleden' hebben toegevoegd en zou de zin dus luiden: 'geleden onder Pontius Pilatus gekruisigd'.

Maar waarom dan? Waarom heeft de kerk het woordje 'geleden' erbij gevoegd? Was wat er stond dan niet voldoende? Waarschijnlijk is kerk 'geleden' eraan toegevoegd omdat de kerk duidelijk wilde maken dat dit lijden geen schijn was, maar echt. Christus heeft daadwerkelijk ons vlees en bloed aangenomen. Zo heeft Hij onze zonden 'in zijn lichaam' aan het hout gebracht (1 Pet. 2, 24). Zo heeft Hij 'naar het vlees' geleden (1 Pet. 4, 1).

 

Christen & werk -  zo nu en dan plaatsen we een stuk waarin we iemand iets laten vertellen over zijn of haar werk. En hoe hij of zij dat leeft en beleeft vanuit geloof. Vandaag een artikel van Annet van den Born, parttime werkend in de uitvaartzorg.

 

Mijn eerste keer: met de baas mee, naar de onderste etage van het ziekenhuis, het mortuarium. We moeten meneer de B. halen en naar huis brengen.

We gaan aan de slag, we wassen hem en kleden hem aan, we kammen zijn haar. We maken de eikenhouten kist open en leggen hem erin. Daar ligt hij dan: meneer de B., een spijkerbroek, overhemd en een stoere trui aan. Echtgenoot, vader en opa van iemand. Wat ligt hij er mooi bij! We brengen hem naar huis. De familie heeft al een hoekje in de erker leeggemaakt. Ze schieten vol, want een kist is zo definitief het einde…

 

Ds. R. van Kooten heeft een mooi boek geschreven over het bijbelboek Ruth. Zijn boek omvat in totaal zestig hoofdstukken. Elk hoofdstuk behandelt een tekst, een deel van een tekst of een aantal teksten uit dit bijbelboek, weergegeven in de Statenvertaling en de Herziene Statenvertaling. Terecht besteedt ds. Van Kooten de nodige aandacht aan de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Maar ook de lijnen naar de praktijk van het dagelijks leven ontbreken niet. De bundel heeft een meditatief karakter. Hij leent zich uitstekend voor persoonlijke overdenking van het Woord van God, maar is ook geschikt voor bespreking in bijbelkringen. Daaraan kunnen de vragen aan het einde van elk hoofdstuk dienstbaar zijn. Het boek geeft daadwerkelijk leiding in het geestelijk leven. Echt opbouwend. Verder: de taal is helder. De schrijver gebruikt geen lange ingewikkelde zinnen. Hij heeft een prettig leesbare stijl. Heel mooi is ook de wijze waarop ds. Van Kooten zich heeft ingeleefd in de situatie van Ruth en andere figuren uit het naar haar genoemde bijbelboek.

Het voorjaar is in aantocht. Agrariërs maken zich klaar voor een nieuw groeiseizoen. Het zaaizaad en de meststoffen zijn besteld, het wachten is op de goede omstandigheden. Ondertussen bidden christenen, voor gewas en voor arbeid. Het is een mooie traditie, bidden voordat de (meeste) gewassen worden gezaaid en het groeiseizoen begint.

In de Bijbel wordt vaak over zaaien gesproken. Het bekendste gedeelte is misschien wel de gelijkenis van Jezus over de zaaier. Marcus 4. Hij zaait het zaad breed uit. Een deel komt in goede grond terecht. Een deel in minder goede grond of zelfs op de stenen. Afhankelijk van de plaats waar het zaad terecht komt, draagt het vruchten, deels dertig-, deels zestig-, deels honderdvoudig. De meeste Bijbellezers zullen het verhaal kennen. Toch heb ik me altijd afgevraagd waarom de zaaier niet zuiniger op zijn zaad is. Waarom zaait hij op plaatsen waarvan hij weet dat er geen opbrengst te verwachten is?

Met de huidige kennis over precisielandbouw verbouwen we juist gewassen op de plaatsen waar goede opbrengsten te verwachten zijn. Zaaien en bemesten waar het toch niet (goed)  wil groeien, vinden we tegenwoordig niet lonend. Duurzame landbouw is ook een efficiënte landbouw, zo vinden landbouwkundigen vandaag de dag.

De gelijkenis van de zaaier. Voor velen waarschijnlijk een bekend verhaal. Maar toch ook een verhaal met een vraag…

 

Commentaar

  • Wereldverbeteraars 2024-05-03 13:31:31

    Wereldverbeteraars Met zijn boek ‘De meeste mensen deugen’ (2019), heeft Rutger Bregman zijn...

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...