?Om het hart van jongeren!? Met deze woorden geven we weer wat de diepste drijfveer van het Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ) is. Kees van Vianen, bureaumanager van het LCJ: ?Meer en meer wordt het LCJ op plaatselijk niveau uitgenodigd voor advisering en toerusting. We gaan dus meer het land in met ons aanbod.?
Was er vanaf 1984 met name aandacht voor de kerkjeugd die aangesloten was bij jeugdclubs en (vanaf 2007) zondagsscholen, vanaf nu denken we breder en ondersteunen we veel meer het plaatselijk jeugdwerk, waarbij we oog en hart hebben voor alle jongeren. Als ??n van de jongerenorganisaties binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken wil het LCJ er zijn voor alle jongeren van de gemeenten tussen 0 en 27 jaar. Hierbij laat het LCJ zich leiden door de Bijbel als het onfeilbare Woord van God en de daarop gegronde belijdenisgeschriften. Heerlijk oud, maar ook prachtig nieuw! Met een hart voor jongeren!
Alle activiteiten van het LCJ worden georganiseerd voor, en vaak ook samen met, jongeren. Hiervoor ontwikkelen we leeftijdsgericht materiaal. Dit najaar houden we opnieuw kadervormingavonden voor alle leidinggevenden en organiseerden we een jeugdappel voor 16+ jongeren. De Bijbelstudieconferenties voor 23+ en 16+ zijn volgeboekt en er staat in december een extra Kruispuntconferentie over huwelijk en gezinsvorming op de agenda. In Middelharnis ?loopt? in deze periode de cursus vertellen voor leidinggevenden van zondagsscholen en kinderclubs; die hopen we begin volgend jaar in Dordrecht te starten. Een overzicht van alle activiteiten en materialen is te vinden op de website, www.lcj.nl.
De meeste gemeenten zijn niet anders gewend dan het Heilig Avondmaal te
vieren door gezamenlijk het brood te eten en de wijn te drinken uit ??n
of meer grote bekers. De bekers gaan van hand tot hand de kerk door, of
worden aan tafel aan elkaar doorgegeven. Met het oog op de hygi?ne is
de vraag gerechtvaardigd of het niet beter is om over te stappen op
kleine bekertjes.
Ongeveer honderd jaar geleden gingen er voor het eerst stemmen op om
niet meer uit de gezamenlijke beker te drinken om hygi?nische redenen.
Het zou beter zijn om over te stappen op kleine bekertjes. In veel
gemeenten is daar nooit gehoor aan gegeven. Maar er zijn broeders en
zusters die zich zorgen maken en vrezen dat zij medegemeenteleden
besmetten met hun eigen ziektekiemen of dat zij zelf besmet worden door
andere gemeenteleden. Momenteel met de dreiging van de Mexicaanse griep
wordt het tijd stil te staan bij de vraag of de gemeente over zou
moeten stappen op het gebruiken van kleine bekertjes.
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
De kerk staat midden in de maatschappij en heeft daardoor ook een
maatschappelijke verantwoordelijkheid. Als het maar enigszins mogelijk
is bij te dragen aan een beperking van het besmettingsgevaar van
bijvoorbeeld de Mexicaanse griep, zou dat zeker niet achterwege gelaten
moeten worden. Deze maatschappelijke verantwoordelijkheid moet
uiteraard wel afgezet worden tegen de eigen, kerkelijke, principes.
Daarom is het van groot belang om te onderzoeken of het gebruik van
kleine bekertjes afbreuk zou doen aan het gezamenlijk vieren van het
Heilig Avondmaal.
Lees meer: De grote beker of de kleintjes?
Onze zoon is deze week na een tweede missie veilig teruggekeerd uit
Afghanistan. Het gaat goed met hem en we zijn heel blij, dat hij
heelhuids is teruggekomen.
En nu maar hopen, dat hij weer kan wennen aan ons landje vol nattigheid en kou.
Ik hoop, dat hij ook kan wennen aan iets anders. En dat andere is de
berichtgeving over de missie in Afghanistan, vooral op tv. Want daar
kun je goed chagrijnig van worden, als je net van een uitzending van
vier en halve maand thuis komt. Je hebt je best gedaan. Lange tijd
zonder familie en vrienden. In een hitte die voor ons onvoorstelbaar
is. En dan krijg je regelmatig te horen, dat het allemaal totaal
zinloos is. Tijdens zijn verblijf daar, heb ik hem de vraag gesteld,
wat hij daar van vond. Ik zal zijn woorden niet letterlijk herhalen.
Maar het kwam er op neer, dat de jongens en meiden zich ?belazerd
voelen door de regering en door de bevolking?.
Berichtgeving
Ik kan me dit goed voorstellen. Elke keer als er een slachtoffer viel
te betreuren, vielen de praatprogramma?s en politici over elkaar heen
om te vertellen, dat het een totale mislukking was om in Afghanistan te
proberen vrede en rust te brengen. De Afghanen zijn corrupt en de
regering daar al helemaal. De verkiezing was een aanfluiting. En het
beste wat je kunt doen, is maken dat je wegkomt uit dit hopeloze land.
Ik heb mij vooral gestoord aan diverse uitzendingen van Pauw en
Witteman. De beide mannen hebben een houding, dat ze er alles van
weten. Jazeker, ze zijn een paar dagen in Kamp Holland geweest. Maar om
dan een air te hebben, dat je er dan alles van weet en begrijpt, gaat
mij te ver.
Lees meer: Afghanistan
Met veel tamtam wordt de nieuwe mode aangeprezen. Via folders, reclame
in kranten en op tv. Wie van ons wil niet meedoen met de mode?
We willen er netjes bij lopen.
Dat gaat dan over onze kleding.
Maar al jarenlang is er op geestelijk terrein ook een mode gaande.
Steeds vaker en luider horen we: "We weten het niet meer. Hoe zit dat
nou precies? Kun je alles nog wel geloven?". Wanneer het met veel
wapengekletter wordt aangekondigd, zijn we nog wel op onze hoede. Maar,
o wee, wanneer het op kousenvoeten komt... Zelfs geleerden durven
vandaag te zeggen: "Wie twijfelt, gelooft pas echt". Twijfel neemt de
plaats in van geloof. Met andere woorden: geloven is twijfelen en
twijfelen is geloven. Hoe meer twijfel, hoe groter je geloof! Iemand
heeft zelfs in een interview over de Friese versie van de Matth?us
Passion het zo gezegd: "Omdat er op de preekstoel te weinig over
twijfel gepreekt wordt, zijn de kerken leger geworden". Dat is
wapengekletter en kun je herkennen als vals.
Maar, wees eerlijk. Het woordje geloven heeft voor ons ook vaak de
betekenis van: ik weet het niet zeker; het zou zo kunnen zijn, maar ook
wel anders. Voorbeeld: je vraagt aan je buurvrouw: "Waar is je man? Ik
wil hem even spreken". Buurvrouw zegt: " Ik geloof dat hij achter op de
tuin is". Ze weet het dus niet zeker, maar denkt dat hij in de tuin is.
Heeft zo het woordje geloven voor ons ook niet vaak dezelfde betekenis?
Lees meer: Meedoen met de mode?
Zoals het tegenwoordig past bij een vergadering op niveau, word je
vanaf het begin onderscheiden met een badge met je eigen naam. Elke
broeder krijgt dan niet alleen een gezicht, maar ook een naam,
inclusief de vermelding vanwaar hij komt. Dat is wel zo gemakkelijk
tijdens en rondom de vergadering.
Bij stijl past ook de wijze waarop we de classis openen. Allereerst
gaat het Woord van God open. Ds. A. Versluis deed dat bij 2 Petrus
1:12-21 en legde de nadruk op vs. 19: ?En we hebben het profetische
woord, dat zeer vast staat.? Daarna gedenken we hen die ons in de
dienst van Gods Kerk en Koninkrijk zijn ontvallen. Met name wordt
genoemd br. A.J. Velema, die jarenlang de gemeente De Krim heeft
gediend als ouderling. Ook wordt de naam genoemd van zr. J. Van Dalen
uit Assen, die in die plaats en gemeente en in onze kerken landelijk
veel werk heeft verzet. We bidden voor hen die achterblijven en brengen
in gebed ook bij de Here hen die zorgen kennen. Een welkom is er voor
ds. J.Lof die, als nieuwe predikant van Meppel, voor het eerst aanwezig
is. Een broederlijk welkom wordt ook toegeroepen aan de afgevaardigden
van de Classis Assen GKv, de predikanten ds. G. Meijer en ds. J.H.
Soepenberg. Het moderamen bestaat uit ds. K. Jonkman, preses, ds. S.
Otten, scriba en ds. P. Van Dolderen, assessor. Bij stijl hoort orde.
Een keurig uitgewerkte agenda lag ter tafel en dat bevorderde een snel
verloop van de vergadering. Om die orde te vergroten was al eerder
besloten tot het instellen van een Classicaal Secretariaat. Nu stelden
we vast wat deze wel en niet moet doen, zodat onnodige verwarring kan
worden voorkomen.
Lees meer: Met stijl en sfeer