?Laat de doden hun doden begraven;
maar ga gij heen en verkondig het Koninkrijk Gods?. Lucas 9:57-62
Volg Mij, zegt Jezus tegen iemand. Dat zal ik doen, Here, is zijn
antwoord, maar sta mij toe dat ik eerst mijn vader begraaf. Het antwoord
van Jezus staat hierboven afgedrukt. Het roept grote vragen op. De
vragen worden vermeerderd als je het hele gedeelte Lucas 9: 57-62 leest.
Eerst zegt iemand tegen Jezus: ik zal U overal volgen. Jezus zegt tegen
hem dat Hij geen plaats heeft om zijn hoofd neer te leggen in
tegenstelling tot de vossen en vogels.
Een derde zegt tegen Jezus dat hij Hem wil volgen, maar dat hij eerst
afscheid wil nemen van zijn huisgenoten. Tegen hem zegt Jezus: Niemand,
die de hand aan de ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter hem ligt, is
geschikt voor het Koninkrijk Gods.
Alles wat Jezus tegen deze drie zegt, klinkt raadselachtig. Neem zijn
woorden tot de eerste. Klopt die vergelijking met de dieren wel? Jezus
had toch een huis in Kapernaüm? Jezus had inderdaad onderdak, maar het
ontbrak Hem op aarde aan geborgenheid. Want, staat er in Lu-cas 9:51:
Jezus ging vastberaden op weg naar Jeruzalem, toen zijn tijd naderde dat
Hij van de aarde zou worden weggenomen. In Jeruzalem zou Hij worden
overgeleverd.
Het is waar dat Jezus niet als dakloze leefde, maar Hij nestelde zich
niet op aarde. Hij kende geen rust. Op weg naar zijn opneming werd Jezus
door iedereen verworpen. Wie Jezus volgt, volgt Hem naar het Koninkrijk
van God. Jezus volgen, dat wil zeggen: de minste willen zijn in de
Geest van Christus. Het vraagt van zijn volgelingen hun kruis op zich te
nemen en het Hem na te dragen.
Lees meer: Laat de doden hun doden begraven
Henk van Dam, schrijver van dit artikel, is verbonden aan Radar, een
organisatie die zich bezighoudt met toerusting van ouders en andere
opvoeders op het gebied van (geloofs)opvoeding. Daarnaast is hij
parttime docent godsdienst in het voortgezet onderwijs.
Rond het motto: geloven in opvoeding verschijnt een reeks van drie
artikelen van zijn hand in ons kerkblad
Pesten, wat is dat?
Plagen doet ieder kind wel eens. Met een plagerijtje op z?n tijd is niks
mis. Maar als plagen voor een van de partijen niet leuk meer is kan het
pesten worden.
De twee omschrijvingen die het meest duidelijk maken wat pesten is
luiden als volgt:
- Pesten is het systematisch uitoefenen van fysiek en/of psychisch
geweld of seksueel geweld door een of meer kinderen ten opzichte van een
of meer klas- of leeftijdsgenoten die niet (meer) in staat zijn
zichzelf te verdedigen.
- Een persoon wordt getreiterd of gepest als hij of zij herhaaldelijk
en langdurig blootstaat aan negatieve handelingen, verricht door een of
meerdere personen.
Kenmerkend voor pesten is dus:
- agressief of opzettelijk kwaad doen
- vindt herhaaldelijk en gedurende enige tijd plaats
- ongelijke krachtsverhouding tussen de pestkop en het slachtoffer.
Er is verschil tussen rechtstreeks pesten (met betrekkelijke open
aanvallen op het slachtoffer) en indirect pesten (door sociale isolering
en opzettelijke uitsluiting van een kind uit een groep).
Lees meer: Gevaarlijk spel
De eerste indruk die dit boek maakt is: Het is Amerikaans. Dat wil
zeggen christen-zijn wordt als het ware als een recept opgediend,
inclusief persoonlijke belevenissen en anekdotes wat anderen hebben
beleefd of hebben ontdekt. Smeu?g dus. De tweede gedachte die bij mij
boven kwam was: Nu dringt het wereldse individualisme ook al de kerk
binnen en wordt een poging gedaan om dat bijbels te staven.
Dat idee werd nog versterkt door de woorden op de achterflap: ?Ontdek je
eigen manier van geloven. Hoe kunnen we de Bijbel, de kerkgeschiedenis
en de wijsheid van christelijke klassiekers integreren in onze moderne
levensstijl?? Naar mijn idee kon dit niet goed zijn en niet goed gaan.
Ik had er een hele discussie over met ??n van mijn dochters. Zij liet
mij zien dat dit boek, deze manier van de Bijbel uitleggen en toepassen,
bevrijdend kan werken voor heel veel reformatorische en evangelische
christenen. En inderdaad, het is waar, wij reformatorischen, maar
welhaast nog sterker en dominanter, evangelischen streven naar
uniformiteit. Bij evangelischen, om kort te gaan, moet iedereen altijd
blij zijn in de Heer. Bij reformatorischen, moet alles vooral in
ingetogen stijl zijn. De liturgie is zo strak als ons aloude psalmbord.
Lees meer: Jouw spiritualiteit
God heeft het eerste woord. En het laatste. Dus hebben we de Bijbel
nodig om te ontdekken of iets echt van God is of niet. Het is belangrijk
dit steeds weer tegen elkaar te zeggen. Hoeveel wordt er niet ?van God?
genoemd, terwijl het de vraag is of dat echt zo is. Woorden, dromen,
indrukwekkende geestelijke ervaringen, kunnen ?van God? worden genoemd,
maar het kan dat je in het licht van de Bijbel tot de conclusie moet
komen dat het ?niet van God? is.
Onlangs sprak ik een man uit ons dorp die vertelde over zijn gave mensen
positieve energie te geven. Mensen met spanningen en problemen
ontmoeten hem voor een gesprek of ?behandeling?. Hij vroeg of ik reiki
kende? Tegen zijn bezoekers zei hij dat ze nooit alleen zijn, omdat we
al-een zijn. We zijn samen ??n groot geheel. Volgens hem deden hij en ik
een beetje hetzelfde: ik als predikant en hij met zijn bescheiden
paranormale activiteiten. We helpen mensen met het goede. Toen heb ik
iets gezegd in deze geest: zonder Jezus Christus wordt het nooit wat.
Alleen met Hem zal iets echt positief zijn.
Hoe gemakkelijk wordt iets ?van God? genoemd dat positief werkt en
bovennatuurlijk is. Televisieprogramma?s als van Derek Ogilvie maken
indruk op mensen, omdat hij, volgens eigen zeggen, door zijn contact met
geesten van overledenen dingen ?doorkrijgt? en doorgeeft die hij
eigenlijk niet kon weten. Hoe gemakkelijk kan dat positief worden
gewaardeerd. Het helpt mensen immers? Dat gaat toch niet per se tegen
God in?
Lees meer: Dat is toch echt van God!? (2)
In het eerste gepubliceerde artikel over effici?nt vergaderen, is aan de
hand van een aantal voorbeelden geschetst, hoe er vergadertijd verloren
kan gaan o.a. door te laat komen of terugkomen op eerder genomen
besluiten. In het tweede artikel is een aantal handvatten gegeven voor
het samenstellen van een agenda, aan de hand waarvan de leden tijdig
weten, wat de inhoud van de diverse agendapunten is, zodat men zich er
op kan voorbereiden.
In dit artikel wil ik proberen een aanzet te geven hoe we hier dan in de
praktijk tijdens de vergadering mee om moeten gaan.
Een goede agenda? Laten we wel wezen, je kunt nog zo?n heldere,
uitgebreide agenda met bijlagen hebben, maar daarmee is lang alles niet
gezegd. Heeft iedereen de agenda doorgenomen? Met enige regelmaat zie
je, dat tijdens de opening door een aantal personen de notulen van de
vorige vergadering of andere documenten nog worden gelezen. Jammer is
dat! Voor degene die de opening verzorgt, kan dat frustrerend zijn. En
dan zijn er mensen die iets vragen wat uitgebreid op de agenda staat.
Daaruit blijkt, dat de agenda wel in ontvangst genomen is, maar niet
(goed) gelezen.
Een agenda is slechts een hulpmiddel om structuur in de vergadering te
hebben. Zoals reeds in het eerste artikel vermeld, is de ene vergadering
de andere niet. Een kerkenraadsvergadering ziet er inhoudelijk iets
anders uit dan een vergadering van bijvoorbeeld de evangelisatie
commissie. Maar qua structuur zijn ze gelijk.
Lees meer: Effici?nt vergaderen, ook in de kerk? (slot)