Enkele maanden geleden bezocht ik met enige leden van het moderamen van
onze gemeente de wat in het Engels heet Global Leadership Summit. Deze
term staat voor de jaarlijks terugkerende leiderschapsconferentie die
georganiseerd wordt door Willow Creek Nederland (WCN). Een organisatie
die aangesloten is bij de uit de Verenigde Staten afkomstige Willow
Creek Association. WCA heeft ruim 13.000 lidkerken in meer dan 35
landen, die meer dan 95 verschillende denominaties vertegenwoordigen. Er
worden tienduizenden kerkleiders getraind en ieder jaar miljoenen
boeken en dvd?s uitgezet ter ondersteuning. Ik wil van deze conferentie
graag een en ander met u delen.
Leiderschap is een belangrijk begrip binnen Willow Creek. Niet als doel
op zich maar met oog op de verbreiding van het Koninkrijk van God. Of
zoals Willow Creek dat onder woorden brengt: Buitenkerkelijken
(ongelovigen) tot volledig toegewijde volgelingen van Jezus Christus
maken. Waarbij zij verwijst naar Matteüs 28:19-20: Ga dus op weg en maak
alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de
Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten
houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen:
ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.
Lees meer: Leiding geven in de gemeente
Enkele jaren geleden is op aandringen van de vorige minister van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) Cees Veerman, de Groene
Kennis Coöperatie (GKC) opgericht. De GKC is een overkoepelend orgaan
van alle groene kennisinstellingen in Nederland, van VMBO tot en met de
Wageningse Universiteit. Eveneens op aandringen van Cees Veerman worden
de innovaties in het Groen Onderwijs onder de vlag van de GKC door
programmateams uitgevoerd. Het voordeel van deze aanpak is dat de
minster voor bepaalde thema?s nu ??n aanspreekpunt in het Groen
Onderwijs heeft, en niet langer voor elk onderwerp bij circa 15
verschillende scholen hoeft aan te kloppen.
E?n van de ontwikkelthema?s in het Groen Onderwijs is ondernemerschap.
Samen met een collega van de Christelijke Agrarische Hogeschool in
Dronten, mag ik aan dit programma leiding geven. Een leuke en
uitdagende taak, vooral omdat het enkele jaren geleden nieuw was en we
zelf moesten uitvinden hoe je zoiets deed, het was letterlijk ?learning
by doing?.
Wilhelm (Wim) van Heest (23 september 1927 ? 3 januari 2010)
Wij houden Wim van Heest in gedachtenis, omdat hij het Woord van God tot velen gesproken heeft. Met heel zijn hart was hij dienaar van het Woord, en daar gaf hij, samen met zijn vrouw Metje, met liefde en inzet invulling aan: in Rozenburg, Emmen, Broek op Langedijk, Torajaland, Ridderkerk en Deventer. Altijd was er iets van een missionair betrokken zijn. Evangelisatie en zending bleven geen theorie maar werden een werkelijkheid, vooral in de jaren in Torajaland, maar ook als docent Missiologie in Apeldoorn en als voorzitter van Deputaten Buitenlandse Zending. Hij wist zich daartoe geroepen. Toen het einde naderbij kwam getuigde hij daar in verwonderde dankbaarheid van, dat hij (zoals hij het zei) ?een rol had mogen spelen in het Koninkrijk van God.? Hij deed dat, gegrepen door de genade en trouw van God aan Wie hij zich ook zelf toevertrouwde. Zo kon hij, zelf volgeling van zijn Heiland, voorganger zijn. Levend van Gods genade, kon hij de weg wijzen naar de God van de genade. Tot het einde toe: voorafgaand aan zijn begrafenis moest gesproken worden over Psalm 31: 6: ?in uw handen beveel ik mijn geest; Gij verlost mij, HERE, getrouwe God.? Daarover moest het gaan: een persoonlijk getuigenis, maar ook een laatste oproep: vertrouw u toch aan de HERE toe. In dat vertrouwen ontsliep Wim van Heest in Christus. We bidden om de troost en de kracht van deze getrouwe HERE God voor Metje en de familie.
?Ik wil graag dat jullie bidden voor mijn kinderen die niet meer naar
de kerk gaan?, zei ze. Moedig vond ik dat. Heel veel ouders kennen die
moeite en verdriet. E?n of meerdere kinderen gaan niet meer naar de
kerk. Maar ouders durven er niet over te praten. Gemeenteleden durven
er niet naar te vragen, kerkenraadsleden kijken er soms zo maar aan
voorbij. Het is te pijnlijk, brengt in verlegenheid, geeft geestelijke
worsteling, schuldgevoel. Hoe kunnen we er beter mee omgaan, wanneer
kinderen andere wegen gaan. Ik wil pogen een richting te wijzen. Mijn
hoofdmotto is: breng je kind niet allereerst bij de kerk, maar bij het
kruis!
In een speciale uitgave van Opbouw, voornamelijk circulerend in de
kring van de NGK, turfde Ad de Boer hoeveel doopleden in de afgelopen
25 jaar zich hebben ontrokken en zijn afgevoerd. Alleen de woorden al
doen ons pijn. Hij grijpt daarbij terug op hoe het Centraal Plan Bureau
(CPB) voor de Statistiek en het Sociaal Planbureau (SCP) ons al jaren
vertellen dat steeds meer mensen de kerk verlaten. Twee op de drie
Nederlanders noemen zich buitenkerkelijk. Bij de jongeren is dat al
bijna driekwart. In een helder getal: elke maand verlaten 400 jongeren
tussen de twaalf en achttien jaar de kerk. Vaak denken we dan: maar bij
ons (orthodoxe)kerken niet! Of: God doet niet aan statistieken! En
wijsneuziger: statistieken liegen! Ook al is dat voor een deel waar, de
cijfers onder ons liegen niet. Ad de Boer turfde aan
onttrekkingen/afvoeringen in de NGK in 25 jaar: 2709 doopleden. En bij
ons... 8756! En al die ouders in ons midden, voor zover ze nog leven,
hebben daar verdriet om. Verdriet vooral wanneer hun eigen kinderen
eigen wegen gingen en gaan.
Lees meer: Breng je kind bij het kruis (1)
Slaapt Willem Ouweneel (1944) wel eens? Deze vraag komt bij mij op
gezien de snelheid waarmee hij zijn Evangelisch-Dogmatische Reeks (EDR)
het licht laat zien. In 2007 het eerste deel. Het boek dat hier
besproken wordt is al het vijfde deel. Het zesde is binnenkort
verkrijgbaar. En hij maakt zich er in elk deel niet in een paar
bladzijden vanaf. ?Het zoenoffer van God? is nog niet eens het dikst
met 365 pagina?s. Petje af voor deze veelschrijver die zich in zijn
eigen website (www.willemouweneel.nl) introduceert als bioloog,
filosoof, theoloog, hoogleraar/docent, prediker en publicist.
Dat lezen we toch vaak het eerst? Wat staat er op de achterkant van het
boek? Staan ons verrassingen te wachten? Ik lees daar dat in dit boek
een krachtig pleidooi wordt gevoerd voor de traditionele
verzoeningsleer. Maar ? en dat maakt ?t een beetje spannend ? dat
tegelijk ook veel overhoop gehaald moet worden ?wat in de rechtzinnige
(vooral gereformeerde) theologie met elkaar verward is.? Waar zou de
(vooral gereformeerde) theologie de boel verward hebben? Daarvoor neem
ik u eerst mee naar pagina 58 waar de paragraaf ?Kritiek op de
traditionele heilsleer? kort aan de orde komt. Een aangrijpende
paragraaf waar we worden geconfronteerd met woorden van de dichter
Hendrik Marsman (1899-1940) die in zijn gedicht Verzet afrekent met
zijn christelijke opvoeding: ?neem mijn laatste bezit niet van mij af:
MIJN zonden gaan mee in MIJN graf?. Waar we ook de woorden van de
schrijver Simon Vestdijk (1898-1971) lezen ?dat het zijn eer te na is,
dat iemand anders zich voor hem aan het kruis laat slaan?. Woorden die
voor de hervormde hoogleraar Pieter Smits (1906-2002) uitgangspunt
vormden voor een artikel dat hij in 1959 schreef en waarin hij
vermeldt: ?Het is ook mijn eer te na dat iemand voor mijn schuld zou
moeten boeten. Ik wens te st??n voor de gevolgen van mijn eigen daden.
En geef dan wat Paulus betreft mijn portie maar aan Fikkie.? Later zal
Herman Wiersinga (1927) in zijn proefschrift de nodige kritiek hebben
op de leer van de genoegdoening zoals we die o.a. kunnen terugvinden in
de Heidelbergse Catechismus (zondagen 5 en 6). Ouweneel stelt dat die
kritiek op veel punten terecht wordt uitgeoefend. Hij gaat daar later
in het boek verder op in.
Lees meer: Ontwerp van een verzoeningsleer