‘Sofia heeft het moeilijk thuis. Ze is veertien jaar en heeft veel ruzie met haar ouders. Ze is onzeker en zit niet goed in haar vel. Gelukkig kan ze elke week naar de tienerclub komen. Daar voelt ze zich veilig en kan ze haar gedachten even verzetten. Clubleider Jeroen heeft gemerkt dat Sofia zich niet prettig voelt. Daarom besluit hij met haar in gesprek te gaan. Hij zorgt ervoor dat Sofia zich veilig voelt bij hem, door naast haar te gaan zitten en regelmatig te laten merken dat hij er voor haar wil zijn. Na een tijdje vraagt hij aan Sofia of ze eens met hem wil wandelen, zodat ze even persoonlijk in gesprek kunnen. Sofia waardeert de aandacht en vindt het fijn dat ze met iemand kan praten. Tijdens de wandeling vertelt ze wat haar dwars zit. Jeroen legt zijn arm om haar heen en trekt Sofia tegen zich aan om haar te troosten.
Er volgen meer afspraken. De band tussen Sofia en Jeroen wordt hecht en Sofia vertrouwt Jeroen volledig. Jeroen laat haar op schoot zitten, als ze even pauzeren tijdens de wandeling. En op den duur kust hij haar en streelt hij haar aan de binnenkant van de bovenbenen en uiteindelijk ook over haar borsten.
Sofia vindt de aandacht nog steeds fijn, ze voelt zich veilig en aan de andere kant heel schuldig. Ze vraagt zich af: is dit wel de bedoeling? Sofia durft het verhaal echter met niemand te bespreken, want “verliefd zijn op een volwassen man is echt vreemd”. Ze schaamt zich en wil liever niet dat het contact met Jeroen stopt: hij is lief en bij hem kan ze helemaal zichzelf zijn.’
Sofia is een kwetsbare tiener, zoals er verschillende in elke gemeente zitten. Ze zou ook zomaar een tiener, of kwetsbare volwassene uit jouw gemeente kunnen zijn. Iemand die veiligheid, begrip of een luisterend oor nodig heeft. Gelukkig is daar dan die tienerleider, of de ouderling, of iemand anders die de kwetsbare helemaal vertrouwt. Iemand, bij wie de tiener zijn hart kan uitstorten, of bij wie de jongere even helemaal zichzelf kan zijn.
Als het misgaat…
Het Meldpunt Misbruik (in kerkelijke relaties) ziet regelmatig dat dergelijke situaties misgaan. Bedoeld of onbedoeld wordt door de jeugdleider, pastoraal medewerker of predikant misbruik gemaakt van deze kwetsbare situatie. Wat begint met een wandeling of pastoraal gesprek, eindigt in een seksuele of manipulatieve relatie. Het wordt een situatie van misbruik.
Het droevige is, dat het, voor mensen die slachtoffer zijn van deze dynamiek, vaak bijna onmogelijk is om deze situatie te stoppen. Degene die hen misbruikt is regelmatig de enige die zij vertrouwen. En als er wel andere mensen om hen heen staan, dan heeft het slachtoffer vaak zoveel last van schuldgevoel en schaamte dat het niet durft te spreken. Want: ‘gaan ze mij wel geloven?’ En wat het extra pijnlijk maakt, is dat wannéér een slachtoffer zich uitspreekt, niet alleen het misbruik stopt, maar ook het luisterende oor, de positieve aandacht en de veiligheid die opgebouwd is.
Omgeving
We weten dat de angsten van veel slachtoffers in de praktijk vaak uitkomen. De omgeving heeft de neiging om hetgeen gebeurd is kleiner te maken. De omgeving heeft de neiging om het slachtoffer de schuld te geven: je was er immers zelf ook bij? Er zijn onderzoeken die uitwijzen dat mensen die misbruik hebben meegemaakt regelmatig hun (volledige) sociale netwerk verliezen. Ook binnen de kerk wijst onderzoek dit uit.
Het Meldpunt Misbruik helpt slachtoffers wanneer zij te maken hebben (gehad) met misbruik. We bieden een luisterend oor, zonder oordeel en geven advies over welke stappen iemand kan zetten wanneer de melder dat graag wil. Het is belangrijk dat het Meldpunt Misbruik er is, maar we werken het liefst samen met de lokale gemeente: het slachtoffer heeft jou het hardst nodig.
Slachtoffers van misbruik hebben een omgeving nodig, waarin zij zich veilig weten. Een omgeving die, wanneer er over onrecht en misbruik gesproken wordt, dit op een respectvolle manier doet. Een omgeving die naast hen staat, hen steunt en voor hen opkomt wanneer dat nodig is. Een omgeving, die bereid is zonder oordeel te luisteren naar het verhaal van een slachtoffer en die het slachtoffer wijst op de vertrouwenspersoon of het Meldpunt Misbruik. Mensen zoals Sofia hebben een kerk nodig, waarin al deze dingen goed gaan en waarin misbruik niet wordt weggestopt, maar ruimte krijgt.
Vertrouwenspersoon
Als het goed is heeft jouw gemeente een vertrouwenspersoon. Deze persoon biedt een luisterend oor voor iedereen die te maken heeft met grensoverschrijdend gedrag of misbruik binnen de kerk. De vertrouwenspersoon heeft een training gevolgd en weet daardoor goed hoe hij of zij je kan ondersteunen en adviseren.
Als je dit artikel leest, dan kan de gedachte bij je opkomen, dat we dan maar geen pastoraat moeten verlenen aan kwetsbaren. De kans dat het misgaat is immers altijd aanwezig… Pastoraat, diaconaat, aandacht voor elkaar: het zijn essentiële onderdelen van het gemeente-zijn. De gemeente kan niet zonder. Het is echter aan kerkenraden en mensen in kerkelijke functies om ervoor te zorgen dat deze dingen op een veilige manier gebeuren.
Marianne Bronsveld, Apeldoorn
De auteur is coördinator bij het Meldpunt Misbruik. Het Meldpunt Misbruik ondersteunt en adviseert slachtoffers, maar ook vertrouwenspersonen, kerkenraden en de omgeving van slachtoffers. Neem contact op, wanneer je vragen hebt of advies wilt over een situatie: 06 81080117. In D.V. januari 2026 volgt een tweede artikel.
De cijfers spreken…
Jongeren tussen de twaalf en vierentwintig jaar maken het vaakst grensoverschrijdend gedrag mee.
Vijftig procent van de Nederlandse jongeren zegt thuis nooit te praten over seksualiteit.
Kinderen die thuis, in de kerk en op school leren spreken over seksualiteit (gezonde en ongezonde), maken minder kans om slachtoffer te worden van misbruik.
Al jaren gaat vijftig procent van de meldingen bij het Meldpunt Misbruik over minderjarigen.
Drieëndertig duizend jongeren maakte de afgelopen zes maanden sexting-misbruik mee.
Vijfenzeventig procent van de slachtoffers van seksueel geweld krijgt te maken met victim blaming: het slachtoffer krijgt de schuld.



