Welke dag zou je nog wel eens over willen doen? Voor veel mensen is dat hun trouwdag. Een dag vol liefde, blijdschap, verwachting. Alles klopt op zo’n dag en het geluk straalt ervan af. En die stralende beelden blijven je bij: de glimlach van de bruid, de ogen van de bruidegom, de belofte van samenleven.
En juist dat beeld wordt in de Bijbel gebruikt om de band tussen Christus en zijn kerk te tekenen. In deze serie over de kerk hebben we haar al gezien als kudde, lichaam, brief en tempel. In het slotdeel staat het meest intieme beeld centraal dat de Here Jezus zelf aan Johannes op Patmos laat zien (Op. 19:1-10): de kerk als bruid van Christus en Christus als haar Bruidegom.
Bruidsschat
God schroomt niet om het beeld van de liefde te gebruiken. Hij vergelijkt de relatie met zijn volk met een huwelijk. In het Oude Testament zien we hoe God zich als een echtgenoot verbindt aan Israël. Zelfs als dat volk Hem ontrouw is. Denk aan Hosea, die met een prostituee moest trouwen om te laten zien hoe diep Gods liefde gaat. In het Nieuwe Testament klinkt het opnieuw: Christus en zijn kerk dat is als bruidegom en bruid. Een relatie van trouw, van verlangen, van toewijding.
Het mag ons wel aan het denken zetten dat er geen andere godsdienst is die zo intiem spreekt over de band tussen God en mensen. De hoge, heilige God van de hemel noemt zich Bruidegom. En Hij noemt zijn kerk bruid. Dat is geen afstandelijk verbond, maar een liefdesrelatie. Geen zakelijke overeenkomst, maar een diepe en intense verbondenheid.
In de Bijbel is het de bruidegom die kiest. Niet omdat de bruid zo perfect is. Integendeel. In Ezechiël, Hosea en andere profetische boeken zien we hoe de bruid vaak ontrouw is. Maar de Bruidegom blijft trouw. Hij kiest, Hij zoekt, Hij spreekt zijn liefde uit en Hij geeft zich, tot het uiterste toe. Daar heeft Hij alles voor over!
De bruidsschat betaalt Christus met zijn eigen leven. Zijn offer is de prijs waarmee Hij zijn bruid vrijkoopt. Niet om haar te bezitten, maar om haar tot haar bestemming te brengen. Zijn liefde is geen project. Het is persoonlijke en liefdevolle overgave. ‘Ik geef mij aan jou,’ zegt Hij, ‘voor altijd.’
Dat Hij ons kiest dat blijft een wonder. Wij, met onze verdeeldheid, onze tekortkomingen, onze halfslachtigheid. En toch zegt Hij: ‘Jij hoort bij mij. Ik wil jou.’ Dat is genade. En wie dat hoort, wie die stem van de Bruidegom verstaat, kan niet anders dan verwonderd zijn.
Trouwdatum
De Bijbel spreekt over een bruiloft die komt: het feest van het Lam, waar Christus zijn bruid in volmaaktheid ontvangt. Dat moment komt. De trouwdatum staat op de hemelse agenda van God. En tot die tijd leeft de kerk toe naar die dag. Ze is verloofd. Er is verbondenheid, maar de volle eenheid moet nog komen.
Wat doet een bruid in afwachting van de bruiloft? Ze bereidt zich voor. Ze denkt aan haar jurk. Ze zorgt dat ze er op haar mooist uitziet voor de bruidegom. Ze leeft toe naar de ontmoeting met haar bruidegom. Zo ook de kerk. Wij worden geroepen om ons klaar te maken in een houding van liefde, toewijding, en verwachting.
Openbaring zegt dat de bruid zich mag kleden in zuiver, stralend linnen. Die kleding staat voor ‘de rechtvaardige daden van de heiligen’. Geen witte jurk van uiterlijk vertoon en om onszelf te laten zien, maar een leven dat getuigt van de overweldigende liefde van de Bruidegom: Zijn gerechtigheid, Zijn genade, Zijn goedheid.
De vraag komt dichtbij: hoe ziet onze voorbereiding eruit? Leven wij als bruid van Christus? Is ons leven gericht op Hem: op zijn vreugde, zijn verlangens, zijn eer? Of zijn we vooral bezig met onszelf, met onze plek, onze plannen, onze ideeën?
Bruid-zijn vraagt dat we loslaten wat niet bij de bruiloft past: bitterheid, verdeeldheid, zelfzucht. In plaats daarvan: kleden we ons in daden van liefde, vergeving, rechtvaardigheid. Niet om onszelf mooi te maken, maar omdat we de Bruidegom liefhebben. Omdat we verlangen dat Hij in ons zichtbaar wordt.
De kerk is geen toonbeeld van perfectie. Maar zij mag wel een gemeenschap zijn die als een bruid verheugend en verlangend toeleeft naar de komst van Christus. Die zich oefent in de taal van de liefde. Die weet: het draait niet om het feest, maar om de Bruidegom. Zonder Hem is het geen feest. Met Hem is het feest volmaakt.
Verlangen
Wat misschien nog het meest wonderlijke is: de Bruidegom zelf verlangt ook. Hij ziet uit naar die dag. Zoals een bruidegom zich verheugt over zijn bruid, zal Christus zich verheugen over zijn kerk. Hij zal haar ontvangen – zonder vlek of rimpel – als zijn volmaakte geliefde. Niet omdat zij zo volmaakt is, maar omdat Hij haar zo heeft liefgehad.
De kerk zal dan in volle glorie zichtbaar worden. Zij zal stralen – niet in eigen glorie, maar als spiegel van haar Heer. De volmaakte eenheid zal werkelijkheid zijn: Hij in ons, wij in Hem. Geen afstand meer, geen ontrouw meer, geen strijd meer. Alleen vrede, liefde en feest: eindeloos.
We zijn aangekomen bij het slot van deze serie. We begonnen met de vraag: waarom zou je van de kerk houden? Met alle pijn, gedoe, verwarring en tekort. Maar vijf keer klonk het: Leve de kerk! Niet vanwege onszelf. Niet omdat wij het zo goed doen. Maar omdat Christus zich aan haar geeft.
Hij is de Herder van de kudde, het Hoofd van het lichaam, de Auteur van de brief, de Hoeksteen van de tempel en de Bruidegom van de bruid.
Wat een vreugde om bij Hem te horen. Wat een voorrecht om samen – midden in deze wereld - zijn gemeente te zijn. Hem zichtbaar te maken en toe te leven naar de dag dat alles vol zal zijn van Hem. Daarom: leve de kerk!
Jelle Nutma, Drachten
Ds. J. Nutma is predikant in Drachten en parttime missionair consulent
Leve de kerk!
De vijf beelden samen laten een veelzijdig en rijk portret van de kerk zien:
- Als kudde leeft zij van vertrouwen in de Herder.
- Als lichaam leeft zij in verbondenheid met Christus als Hoofd.
- Als brief wordt zij geschreven door de Geest om Christus leesbaar te maken.
- Als tempel is zij een geestelijk huis waar God wil wonen.
- Als bruid leeft zij in verwachting en liefde voor haar Bruidegom.
In elk beeld komt de kern naar voren: de kerk leeft niet uit zichzelf, maar uit Christus. Zij bestaat om Hem zichtbaar te maken in deze wereld, in gemeenschap met Hem en met elkaar, en in hoopvolle verwachting van wat komt. Daarom: leve de kerk! Niet omdat zij volmaakt is, maar omdat zij van Christus is.



