Gelukkig wie zuiver van hart zijn (2)
Jezus bemoedigt zijn discipelen, want er lag een belangrijke opdracht voor hen. Maar voordat Hij bij de kern van de bemoediging komt, noemt Hij hen 'zuiver van hart'. Hij bedoelde daarmee niet dat zij zonder zonde zouden zijn.
Zuiverheid is een aanduiding van een status, namelijk van het kind-zijn van God: kind-zijn betekent zuiver-van-hart-zijn, en omgekeerd: zuiver-van-hart-zijn betekent kind-van-God-zijn.