Er is mij gevraagd om over deze vraag iets te schrijven met circa 500 woorden. Dus ik waag een poging.

Het predikantschap waarover het gaat, strekt zich uit over een periode vanaf 1965 tot heden.

Predikant zijn is iets waarvoor je door de Koning van de Kerk bestemd bent. Het is roeping. Je kunt of moet het daarom nooit uitproberen als een optie, maar zien als iets dat de Heere in je heeft gelegd. Het zit gewoon in je. Duidelijker dan dat het Woord van God het zelf zegt in 2 Korinthe 5 vers 19 en 20, kan het niet gesteld worden: ‘Want God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende, en heeft het Woord der verzoening in ons gelegd’ Dus, het is niet gepakt, maar gelegd. Vandaar: ‘Zo zijn wij dan gezanten van Christus’ wege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus’ wege: Laat u met God verzoenen.’

In de meest buurten van Amsterdam kun je beter niet met een keppeltje over straat lopen. Te gevaarlijk. Openlijk Joods-zijn is niet vanzelfsprekend, ook niet in Nederland. Onlangs zat ik op terugreis uit Israël in het vliegtuig naast een Joodse man. Hij kwam daar niet gelijk mee, maar in het gesprek werd duidelijk dat hij Joods was. Zijn naam deed het ook al vermoeden. Hij vertelde dat hij sinds kort een woninkje in Amsterdam had. ‘Ik ben niet echt bang’, zei hij, ‘maar ik heb toch het naambordje van de vorige bewoner maar op de deur laten zitten’.

We lezen enige verzen uit Deuteronomium 18 (1-8). Waarin het gaat over de positie van de stam Levi. Priesters en levieten hebben een bijzondere taak gekregen binnen het volk Israël. Door God aangewezen om volop te functioneren als dienaren van de verzoening en van de te onderhouden gemeenschap met de HEER. Dat nam zoveel tijd en aandacht in beslag dat ze hun agenda niet nog verder hoefde in te vullen met landbouw en veeteelt. Daarvan waren ze vrijgesteld. Maar op een lege maag kun je niet leven…

In de rubriek bomen en planten stond een paar weken geleden een beschrijving over de moerbeiboom. Een trouwe lezer uit Drachten moest bij het lezen hiervan denken aan een gedicht over de moerbeiboom. Nadat ze het gevonden had stuurde ze het op naar een van de redactieleden. Het gedicht is van Nicolaas Beets:

'De moerbeitoppen ruischten;'

God ging voorbij;

Neen, niet voorbij, hij toefde;

Hij wist wat ik behoefde,

En sprak tot mij;

In het vorige artikel werd naar voren gebracht dat God bij ons binnen kan komen op momenten dat we stilgezet worden. Door een heftige gebeurtenis bijvoorbeeld.

Maar God kan ons ook ‘overvallen’, in een eenvoudig stil moment van geluk. Soms mét, soms zonder duidelijke aanleiding. Al die gebeurtenissen kunnen ons louteren, doordat we milder gestemd raken of opeens inzien waar we eigenlijk mee bezig zijn. Het kan ook een moment zijn van nieuwe helderheid en creativiteit, van verlichting in de vorm van een geestelijk inzicht. En verder is er de beleving van verbinding, van gemeenschap die verder reikt dan die van vriendschap en familie.

De vraag die hierbij opdoemt is: is de beleving als komend van buitenaf, nou niet gewoon puur subjectief? Iets wat wij er zélf inleggen? Betekenis die wíj eraan verlenen? Bijvoorbeeld als het gaat om het optreden van twee gebeurtenissen tegelijk, zoals de zon die tijdens de begrafenis gaat schijnen, juist als de kist wordt neergelaten? Dat is toch gewoon puur toeval? Als je daar iets extra’s bij beleeft, nou, dan is dat mooi voor jou, maar verder…

Commentaar

  • Storm in de CGK 2025-07-04 17:44:42

    De afgelopen jaren en zeker de afgelopen maanden en weken zijn voor onze Christelijke...

  • Hellend vlak 2025-06-21 09:25:10

    Net als veel anderen denk ik met weemoed terug aan vroegere tijden. Binnenkort word ik...

  • Zien en zijn 2025-06-07 08:46:46

    Ik worstel ermee. Onlangs hoorde ik twee uitdrukkingen die me sindsdien bezighouden. Het ging over...

  • Eeuwig dankbaar 2025-05-24 07:16:04

    Doetinchem heeft zich mooi op de kaart gezet. Dit jaar vierde koning Willem-Alexander zijn...