We leven in een tijd waarin communicatie er enorm toe doet. Ook in kerkelijke kringen. Hier volgen een paar woorden die in ons kerkelijk vocabulair uitermate effectief zijn. Allereerst het woord ‘verbazing’. Zowel in kranten als op gemeentevergaderingen kunnen  mensen reageren op voorstellen of teksten met de woorden: ‘Met verbazing heb ik kennis genomen van ...’

Of wat dacht u van ‘stíjgende’ verbazing? Ik heb trouwens nog nooit ‘dalende verbazing’ meegemaakt. Die uitgesproken verbazing slaat ten diepste meestal nergens op. Want eerlijk waar, veelal ís er helemaal geen verbazing. Er is vooral ergernis. Omdat men het er niet mee eens is. Of zijn zin niet krijgt. Die ergernis wordt verzwegen. Zitten ergernis en kwaadheid zó bij ons in de taboesfeer? Maar er is meer aan de hand. Schijnbare verbazing camoufleert niet alleen onze ergernis maar kan zeer doeltreffend zijn. De aangesprokene (lees: kerkenraad, commissie, tekstschrijver) wordt weggezet als een achterlijke gladiool. Niet hardop gezegd natuurlijk, maar dat is nou juist het venijn. En de aangesprokene moet natuurlijk gauw stoppen met dat domme gedoe, dat is ook duidelijk. En de verbazer? Die is vooral wijs! En daarom zo enorm verbaasd over zoveel domheid bijelkaar.

Inderdaad en van de geschiedenis mogen we leren én het goede behouden. De schoolstrijd is niet voor niets gestreden. Het heeft Nederland en het Nederlandse onderwijsstelsel gebracht waar we nu staan. Er komt wel een moment dat we erkennen dat de tijd van doordesemde, zich isolerende zuilen niet meer ieders wereld is. En daar ligt de kans! We krijgen oog voor elkaar én de ander en leren elkaar én de ander beter kennen. Dat vraagt bestuurlijke visie. Visie betekent dat je je de toekomst kunt herinneren! Een verwachtingsvolle uitdaging.

Penta Primair erkent de krimp en ziet daarbij kwaliteit en schoolgrootte in het licht van kwetsbaarheid. Om die kwetsbaarheid om te buigen naar kracht zoeken we de samenwerking binnen de dorpen. Liever één school dan geen school. Dan moet je als directeuren en personeel van twee scholen met ouders in gesprek, op zoek naar de ontmoeting, de traditie voorbij. Je ontdekt dat er anno 2016 meer is dat je bindt, dan dat je scheidt.

We gaan de eerste uitdaging aan. Want zo mogen we een ketterij zien. We gaan niet even een ketter om de oren slaan en voldaan met de armen over elkaar staan en vervolgens zeggen: ‘Zo die heeft de waarheid weer eens even goed gehoord!’

 

Iemand schreef eens: ‘Wat nu de ketters en de dwaalleraren betreft, vergete men niet, dat de overlevering niet buiten hen kan, op gevaar af van te verstarren’. Dit ligt in lijn met de uitspraak dat ketters de onbetaalde rekening van de kerk zijn. Ik herhaal de omschrijving die in het eerste artikel werd gegeven. Ketterij is een vorm van christelijk geloof die meer per ongeluk dan met opzet uiteindelijk eindigt met het ondergraven, uit het evenwicht brengen, zelfs vernietigen van de kern van het christelijk geloof. Dat gezegd hebbend verdiepen we ons nu in de wondere wereld van de gnostiek of het gnosticisme.

In deze rubriek vertellen mensen die een functie in de kerk bekleden, iets over hoe ze deze functie in praktijk brengen. Diverse aspecten mogen daarbij aan bod komen. Bijvoorbeeld wat het werk inhoudt, hoeveel tijd het kost, welke leuke of vervelende dingen ze tegenkomen, en nog veel meer.

Vandaag ‘De organist’. Aan het woord is Anne Harkema, organist van de CGK te Delfzijl.

Hoe ik organist werd

Zoals zoveel organisten in onze kerken ben ik geen beroepsorganist. Via het muziekkorps, dat over de kop ging, ben ik bij het trap-orgeltje terecht gekomen. Dat ging zo aardig dat mijn ouders zeiden dat ik les moest hebben. Dus ging ik elke zaterdagmorgen naar een vrijgezelle mevrouw, die een kaaswinkel had. Lesgeven en kaas verkopen gingen prima samen, want ze zei regelmatig: 'Speel maar gewoon door. Ik hoor je ook wel vanuit de winkel.' Na een aantal jaren les ging heel geleidelijk de knop om. Ik werd als vanzelf organist. Eerst op de zondagsschool, elke zondagmorgen na de dienst. ‘Er was niemand anders.’ Daarna op de jeugdvereniging. En als laatste oefenstap tijdens het avondmaal, als mijn broer, die ook organist was, aan tafel ging. Als je dat kon was je volleerd. Vanaf die tijd heb ik elke zondag minsten één keer tijdens een kerkdienst gespeeld. In de eigen gemeente, maar ook regelmatig in naburige gemeenten, waar op sommige zondagen geen organist beschikbaar was.

Dumela! Begin maart vertrokken wij naar Lesotho, een bergachtig land geheel omgeven door Zuid Afrika. In het plaatsje Thaba Tseka wonen en werken wij. In Thaba Tseka staat het Paray ziekenhuis, waar Elsemarie werkt als arts. Aan het ziekenhuis is een verpleegkunde opleiding gekoppeld waar Vincent les geeft in exacte vakken.

 

Onze tijd in Thaba Tseka zit er bijna op. In december vertrekken we uit Lesotho om vervolgens eerst van onze vakantie te genieten in Zuid-Afrika. Daarna keren we terug naar Nederland. Dit is dan ook alweer het één-na-laatste bericht vanuit Thaba Tseka. De tijd vliegt!

Commentaar

  • Storm in de CGK 2025-07-04 17:44:42

    De afgelopen jaren en zeker de afgelopen maanden en weken zijn voor onze Christelijke...

  • Hellend vlak 2025-06-21 09:25:10

    Net als veel anderen denk ik met weemoed terug aan vroegere tijden. Binnenkort word ik...

  • Zien en zijn 2025-06-07 08:46:46

    Ik worstel ermee. Onlangs hoorde ik twee uitdrukkingen die me sindsdien bezighouden. Het ging over...

  • Eeuwig dankbaar 2025-05-24 07:16:04

    Doetinchem heeft zich mooi op de kaart gezet. Dit jaar vierde koning Willem-Alexander zijn...