het vervolgde deel van de kerk

 

Elke keer weer ervaar ik het als een pijnlijk gemis. Zondags in de kerk. Een lang gebed, voor van alles gebeden, maar niet voor onze lijdende broers en zussen. Ik heb dan het gevoel dat we niet compleet zijn. We lezen over hen en we horen over hen en dan zijn ze in onze samenkomsten zomaar afwezig. Dat kan niet. We horen bij hen, en zij horen bij ons. Vorige week was het de ‘Zondag voor de Vervolgde Kerk’. We hadden daar natuurlijk van te voren aandacht aan moeten geven. Toch is het niet heel erg dat het pas nu gebeurt. Er is namelijk geen sprake van dat we na die zondag voor de vervolgde kerk zouden zeggen: mooie zondag, tot volgend jaar dan maar weer. Aandacht voor de vervolgde kerk is iets voor elke zondag. Gelukkig groeit dat besef. Verheugend ook dat  de vier belangrijkste hulporganisaties dit jaar samenwerkten. Open Doors, Stichting Hulp Vervolgde Christenen (HVC), Stichting De Ondergrondse Kerk (SDOK) en Friedensstimme. Het vergroot de aandacht. Dat die vervolgde christenen ons direct aangaan, dringt nog maar langzaam door. Het vervolgde deel van de kerk is niet iets ver weg, het is een deel van ons lichaam. Deel van het Lichaam van Christus. Wat nu, als de hand gewond is? Kan dan de rest van het lichaam daaraan voorbij gaan? Zeker niet. Het hele lichaam lijdt mee. Elke zondag moet dat vorm krijgen. Informatie is voeding voor de voorbede.

 

Een van de kenmerken van ons mens-zijn is een sterk verlangen naar de regie over het eigen bestaan. We zien dat in onze tijd ten aanzien van het begin van het leven, het einde daarvan, en heel de weg daartussen. Dit begeren naar een plek naast of in plaats van God, uit zich in het dagelijks leven onder meer in begeren van wat van een ander is.

 

Het verlangen naar regie over het eigen bestaan was reeds bij ons toen we nog in het paradijs woonden. We konden de verboden vrucht niet weerstaan, en verlangden ernaar zelf te bepalen wat goed is en wat verkeerd. Zondige begeerte wil niets anders dan zich toe-eigenen wat de A(a)nder toebehoort. Ze mist liefde tot God en de naaste. Het tiende gebod in de decaloog (Ex.20,17; Deut.5,21) gaat vooral om dat laatste: begeerte naar datgene wat van de naaste is.

De Bijbel geeft talloze voorbeelden daarvan. Sichem bijvoorbeeld verkrachtte Dina, de dochter van Jakob (Gen.34,2). De vrouw van Potifar verlangde vurig naar omgang met Jozef, die knap was om te zien (Gen.39,6). Amnon werd gek van verlangen naar zijn zuster Tamar (2Sam.13).

Arie de Rover had carrière gemaakt in het bedrijfsleven. Ook was hij dienstbar in de kerk. Op een bepaald moment werd hij getroffen door de genade van God. Daarover heeft hij een boek geschreven: Leven na de genadeklap (2012). Negen jaar later is een vervolg op dat boek verschenen: Genadeloos goed. In dit boek schrijft hij over zaken die op zichzelf goed zijn, maar toch het leven in de genade van God in de weg kunnen staan. Een goede zaak is bijvoorbeeld een goede relatie met je ouders. Deze relatie kan een 'Godvervanger' worden, en de kinderlijke afhankelijkheid van God belemmeren. Een ander goed is het doen van goede werken. Gemakkelijk kan dat een reden worden voor eigenroem. Zie de rijke jongeman. Wat hem belemmerde was datgene waar wij doorgaans veel waarde aan hechten: de zorg om het dagelijks leven, een keurig leven en rijk worden.

Ze zat maar anderhalf jaar bij INLIA, maar ze heeft er lessen geleerd voor het leven, zegt ze. De belangrijkste: om de mens, de persoon, te zien, in plaats van een dossier. ‘Dat wil ik vasthouden. Altijd.’ Aan het woord: Esther Kasper, sinds maart gerechtsjurist bij de rechtbank in Assen. Daarvoor jurist bij INLIA.

 

Ze denkt terug aan een van haar cliënten, een jonge vrouw uit Pakistan. Van haar eigen leeftijd, en zoveel meegemaakt. ‘Dat heeft indruk gemaakt.’ Haar tijd bij INLIA had ze niet willen missen. Dat sprak zeker uit de afscheidsmail aan de organisatie. Daarin beschrijft ze die tijd: Van spreekuren en talloze intense overlegsessies met samenwerkingspartners tot aan vliegen vegen in de nieuwbouwlocatie en kasten sjouwen in de letterlijke modder.

 

Søren Kierkegaard (1813-1855) was een ontzettend begaafd denker en schrijver, filosoof en theoloog. Hij heeft grote invloed gehad op theologen en filosofen. Vaak is hij moeilijk te lezen. Maar Geert Jan Blanken, eindredacteur Geloof/Levensbeschouwing bij de EO,  heeft een bijzonder mooi boek gepubliceerd waarin hij een aantal 'opbouwende toespraken' heeft ingekort en eenvoudiger verwoord. Deze teksten gaan over grote levensvragen: over geloof, liefde, bezorgdheid, lijden, huwelijk en sterven. De toespraken van Kierkegaard bevatten wijze, mooie en verrassende inzichten. Het boek van Blanken lees je niet in één keer uit. Af en toe moet je er een gedeelte uit lezen en het gelezene op je laten inwerken.

Commentaar

  • Eindtijd 2025-08-30 08:50:10

    Al zolang wij bestaan leven we in de eindtijd. Zo leerde ik het van onze dominee op catechisatie....

  • Samen kerk-zijn 2025-08-15 13:51:52

    De kerk is een bont gezelschap. Dat valt u vast wel op in uw eigen kerk. Maar in de zomerperiode...

  • Vriendschap 2025-07-31 12:15:07

    In 2024 verscheen het rapport ‘Jeugdtrends’. Dit rapport is een samenwerking van een aantal...

  • Gezien worden 2025-07-19 07:15:17

    Je kunt rustig zeggen dat de woorden die hierboven staan een van de diepste verlangens van het...