Perfectie
Ik preekte elders. De eerste die ik, leunend tegen de kerk, tegenkwam was Sjoerd. Warrige lange haardos en baard en een gezicht door de drank en het leven getekend. ‘Mag ik ook aan het Avondmaal? Ik ben al twee jaar van de drank af en ik heb mijn briefje ingeleverd.’ Ik gaf hem een hand en zei: ‘Jij bent een zondaar en ik ben een zondaar. Het Avondmaal is voor zondaren.’ Het speelde nog even in de kerkenraadskamer of Sjoerd als gast wel aan mocht gaan. Ja… een briefje had hij wel ingeleverd, maar dat was niet het briefje dat kerkordelijk was voorgeschreven. Zo zou Sjoerd, die al zo vaak tussen wal en schip was beland, ook nu weer tussen wal en schip belanden. ‘Wat zou Jezus doen?’zei ik. Kijk, zo’n vraag geeft een andere kijk en ruimte. Sjoerd mocht aan en ging aan. Hij zag er uit als een zondaar en ging als een zondaar. Van de anderen, die er aan de buitenkant perfect uitzagen en wel het juiste briefje hadden kunnen overhandigen, wil ik hopen dat ze aangingen als Sjoerd. Als zondaar. Niet perfect.