De bevrijdende boodschap van Pasen
‘Omdat Hij is opgewekt, is Hij opgestaan.’ Deze kernachtige uitspraak van prof. dr. J. van Genderen is te lezen in de Beknopte Gereformeerde Dogmatiek. God de Vader wekte Zijn Zoon Jezus op uit de dood. En dat was nog maar het begin van de verhoging van de Heere Jezus. Want de Vader heeft Hem zelfs de ereplaats aan Zijn rechterhand op de troon gegeven. Dat deed God met een duidelijk doel voor ogen, namelijk de verheerlijking van Zijn Naam en de zaligheid van zondaren.
Met deze inleidende zinnen worden enkele aspecten van de rijke betekenis van de opstanding van de Heere Jezus uit de dood aangestipt. We kunnen die aspecten met wat moeilijkere dogmatische woorden als volgt aanduiden: het gaat om een theologisch, een christologisch en een soteriologisch aspect.
Nu is het uiteraard niet mijn bedoeling om u een wat ‘droog’ dogmatisch artikel te bieden. Daarom neem ik mijn uitgangspunt in een korte preek van de apostel Petrus, opgeschreven in Handelingen 5,30-31. Daar staat: ‘De God onzer vaderen heeft Jezus opgewekt, Welken gij omgebracht hebt, hangende Hem aan het hout. Deze heeft God door Zijn rechterhand verhoogd tot een Vorst en Zaligmaker, om Israël te geven bekering en vergeving der zonden.’