{mosimage}De bron van echtbreuk is de genotzucht. Genotzucht verzwakt het lichaam.
Het verslapt de zenuwen van de ziel en verkwist het vermogen. Het
verbrandt als een onuitblusbaar vuur alles wat het maar aanraakt. Het
laat niets in het mensenleven intact. Aldus Philo van Alexandrië in zijn
verklaring van de Tien Geboden, die onlangs in een Nederlandse
vertaling is uitgekomen.
Deze verklaring van de Decaloog is tweeduizend jaar geleden voor het
eerst gepubliceerd in Alexandrië. In die tijd was Alexandrië een
wereldstad, vergelijkbaar met Rome. Er woonden veel joden, meer dan in
Jeruzalem. In Jeruzalem woonden toen ongeveer honderdduizend joden, maar
in de stad aan de monding van de Nijl zo'n driehonderdduizend.
Een van hen was Philo van Alexandrië. Over zijn leven is niet veel
bekend. Wel is bekend dat hij afkomstig was uit een voorname joodse
familie. Zijn familie onderhield contacten met het koningshuis van
Herodes. Verder weten wij dat hij rond het jaar 40 na Christus een
bezoek aan Rome heeft gebracht. Hij was toen de leider van een joodse
delegatie. Deze delegatie heeft bij de Romeinse keizer Caligula gepleit
voor meer vrijheden voor de joden. Ze vroeg met name vrijstelling van de
verplichting tot het brengen van goddelijke eer aan de keizer.
Ondertussen zijn de tijden weinig veranderd. Enige maanden geleden kwam
een delegatie joden naar Den Haag om ook te pleiten voor meer vrijheid.
Zij vroegen toestemming een gebruik dat zij al honderden jaren kennen,
te mogen voortzetten.
Lees meer: Philo over de Tien Geboden
{mosimage}God is trouw aan zijn beloften. Dat blijkt uit het feit dat Abraham
vader van vele volken is. Daarom horen alle gelovigen samen tot het ene
verbond en het ene volk van God. In Romeinen 11 maakt Paulus dat
duidelijk met het beeld van de olijfboom en zijn beschrijving van het
afbreken en enten van takken. Dat bleek in het vorige artikel.
In dit artikel komt aan de orde dat er voor God geen verschil is tussen
Joden en niet-Joden. Is er helemaal geen verschil? Ook aan die vraag
wordt aandacht besteed.
Eén HERE
Er is geen onderscheid tussen Jood en Griek. Dat schrijft Paulus in
Romeinen 10:12. In de brief aan de Romeinen heeft hij het meer dan eens
over Jood en Griek. Met de Griek bedoelt Paulus de niet-Joden. Om die
reden vertaalt de NBV dit woord met: de andere volken.
Paulus vervolgt dat Christus Here is over allen, rijk voor allen die Hem
aanroepen. Al wie de naam van de Here aanroept, zal behouden worden. Al
wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd uitkomen (Romeinen 10-11-13).
Zoals Abraham de vader van alle gelovigen is, zo is Jezus Christus de
ene Heer van alle gelovigen, ongeacht Jood of niet-Jood.
Lees meer: Er is geen verschil
{mosimage}Geestelijke leiding heeft niet alleen een gemeentelijk, maar ook een
persoonlijk aspect. Volgens het oude bevestigingsformulier van dienaren
van het Woord mag immers van predikanten verwacht worden dat zij het
Woord van God ‘zowel in het (al)gemeen (= voor de gemeente als geheel)
als in het bijzonder (=voor iedere hoorder persoonlijk)’ toepassen.
Doorgaans wordt dit laatste aspect in onze tijd nader aangeduid met de
uitdrukking ‘de (persoonlijke) toeëigening van het heil. Een bekende
omschrijving zegt dat het hierbij gaat om het werk van de Heilige Geest
waardoor een zondig mens deel krijgt en ook deel houdt aan het heil dat
door Jezus Christus is verworven. Welke dingen dienen hier in een
persoonlijk-geestelijk getoonzette prediking aan de orde te komen? Ik
noem enkele facetten.
Lees meer: Geestelijke leiding in de prediking (3)
In de afgelopen zomervakantie ben ik mee geweest op een YOY tienerkamp
als leiding en kampouder. Mijn belevenissen van een kampdag heb ik kort
opgeschreven en wil ik afsluiten met een terugblik. Het thema van deze
kampweek was: Met andere ogen.
Om 07.00 uur gaat de wekker, terwijl de andere kampouder langs de
leiding gaat om ze te wekken, spring ik onder de douche. Met mijn duffe
hoofd loop ik naar buiten richting het gebouw, voor de ochtendopening.
Kijkend naar het weer denk ik dat het een hele mooie dag gaat worden.
Bij de ochtendopening wordt de dag even vluchtig bekeken: wat gaan we
doen en heeft er nog iemand hulp nodig? Ik begin een stukje uit de
bijbel te lezen, Filippenzen 4:4-9, en daarna een stukje uit een
dagboek. Het gaat over bidden en hoe God altijd voor ons klaar staat,
bij ons is en ons wilt helpen. Gods weg is wellicht niet de weg die we
zelf in ons hoofd hadden, maar we mogen weten dat God ons altijd leidt.
Dat wij als team ons hier bewust van mogen zijn en dit ook mee kunnen
geven aan de tieners. Dan is het 08.00 uur, we gaan de tieners wakker
maken!!
Lees meer: Met andere ogen
{mosimage}In Gods vervangingsleer kwam Israël in de plaats van de volken, om voor
alle volken tot een zegen te zijn. Dat gebeurt door Israëls grote Zoon,
Jezus Christus, de Plaatsvervanger. Wie in Hem geloven, zijn kinderen
van Abraham. Zij horen tot het volk van God. Dit is de Bijbelse
vervangingsleer. Dat ontdekten we in een eerste artikel vanuit Genesis
en Galaten.
In dit artikel volgt een nadere verkenning door in de brief aan de Romeinen te lezen.
In het NT gaat het nergens zo uitvoerig over Israël als in deze brief, vooral in de hoofdstukken 9-11.
Aanhangers van zowel een vervangingsleer als van een tweewegenleer kunnen zich op teksten in deze brief beroepen.
Eerst geef ik enkele belangrijke (ogenschijnlijk tegenstrijdige) teksten weer.
Lees meer: Een verbond als een boom