{mosimage}Geestelijke leiding heeft niet alleen een gemeentelijk, maar ook een
persoonlijk aspect. Volgens het oude bevestigingsformulier van dienaren
van het Woord mag immers van predikanten verwacht worden dat zij het
Woord van God ‘zowel in het (al)gemeen (= voor de gemeente als geheel)
als in het bijzonder (=voor iedere hoorder persoonlijk)’ toepassen.
Doorgaans wordt dit laatste aspect in onze tijd nader aangeduid met de
uitdrukking ‘de (persoonlijke) toeëigening van het heil. Een bekende
omschrijving zegt dat het hierbij gaat om het werk van de Heilige Geest
waardoor een zondig mens deel krijgt en ook deel houdt aan het heil dat
door Jezus Christus is verworven. Welke dingen dienen hier in een
persoonlijk-geestelijk getoonzette prediking aan de orde te komen? Ik
noem enkele facetten.
Lees meer: Geestelijke leiding in de prediking (3)
{mosimage}In Gods vervangingsleer kwam Israël in de plaats van de volken, om voor
alle volken tot een zegen te zijn. Dat gebeurt door Israëls grote Zoon,
Jezus Christus, de Plaatsvervanger. Wie in Hem geloven, zijn kinderen
van Abraham. Zij horen tot het volk van God. Dit is de Bijbelse
vervangingsleer. Dat ontdekten we in een eerste artikel vanuit Genesis
en Galaten.
In dit artikel volgt een nadere verkenning door in de brief aan de Romeinen te lezen.
In het NT gaat het nergens zo uitvoerig over Israël als in deze brief, vooral in de hoofdstukken 9-11.
Aanhangers van zowel een vervangingsleer als van een tweewegenleer kunnen zich op teksten in deze brief beroepen.
Eerst geef ik enkele belangrijke (ogenschijnlijk tegenstrijdige) teksten weer.
Lees meer: Een verbond als een boom
{mosimage}Meer dan driehonderd mannen en vrouwen, meest ouderen en enige jongeren,
kwamen van september 2009 - maart 2010 op negen zaterdagen bijeen
voor de Vormingscursus in de Chr. Geref. Kerken. In Apeldoorn, Drachten,
Goes en Sliedrecht behandelden hoogleraren en predikanten uiteenlopende
onderwerpen. Professor Baars ging in op het thema van de geestelijke
leiding in de prediking.
Goede geestelijke leiding komt op uit de boodschap, het Woord van God,
zo zagen we. Maar zij richt zich uitdrukkelijk ook op de gemeente waarin
het Woord zondag aan zondag bediend wordt.
Dat brengt ons onmiddellijk bij de vraag: ‘Hoe zien we de gemeente’?
Over die kwestie is heel wat gedebatteerd. Ook in eigen kring is wel
sprake van verschillende accenten. Het zou ook niet zo moeilijk zijn dat
met enkele bewijzen te staven. Waar het me nu vooral om gaat, is zo
zorgvuldig mogelijk vanuit Schrift en belijdenis na te speuren wat daar –
positief! – over de gemeente wordt gezegd.
Lees meer: Geestelijke leiding in de prediking (2)
{mosimage}Op 8 juni 2011 promoveerde M.C. Mulder aan de Theologische Universiteit
in Apeldoorn op een proefschrift over Romeinen 10. Voor wie Mulder niet
kent, hij is directeur van het Centrum voor Israëlstudies en missionair
consulent in de CGK. Ook doceert hij judaica en kerk en Israël, zowel in
Apeldoorn als aan de Christelijke Hogeschool in Ede.
De titel van zijn dissertatie luidt: Israël in Romeinen 10. De
ondertitel is: Intertextuele en theologische analyse van de
oudtestamentische citaten in Romeinen 9:30-10:21. Deze studie heeft als
ISBN 970 90 239 2614 6, is uitgegeven bij Boekencentrum Academic in
Zoetermeer en is te koop voor € 29,90.
Inleiding
Twee weken lang heb ik me door de studie van Mulder laten meeslepen. Dat
kwam trouwens niet door zijn stijl. Die is eerder slepend dan
meeslepend te noemen. Mulder schrijft omslach-tig en formuleert niet
altijd scherp. Dat is opmerkelijk, want hij stelt wel scherpe vragen in
zijn zoektocht naar de bedoeling van Paulus in Romeinen 9-11. In zijn
verlangen (dit gedeelte van) de Schriften te begrijpen gaat hij ook een
scherpzinnig gesprek aan met andere exegeten.
Lees meer: Israël in Romeinen 10
{mosimage}De vervangingsleer is vervangen. Dat is de leer waarin gezegd wordt dat de kerk in de plaats van Israël is gekomen.
Wat is voor die leer in de plaats gekomen? En – dat is belangrijker –
wat leert Gods Woord over de relatie tussen Israël en de kerk?
Een eerste verkenning.
De vervangingsleer had vanouds in de kerken van de Reformatie brede
aanhang. Gesteld werd dat God zich op de andere volken richtte, omdat
Israël Jezus als de Messias verwierp. Behalve dan de discipelen, Paulus,
de bekeerlingen op de Pinksterdag en anderen.
Bovendien had God Israël uitgekozen om uit dit volk de Christus geboren
te laten worden. Toen Hij was gekomen, betekende dat het einde van de
bijzondere positie van Israël.
Er zijn teksten in het NT die deze visie lijken te ondersteunen.
Zo zegt Jezus dat velen van alle windstreken met Abraham zullen
aanliggen, maar dat de kinderen van het Koninkrijk zullen worden
uitgeworpen (Matteüs 8:11-12). Bij de gelijkenis van de onrechtvaardige
pachters geeft Jezus als toepassing dat het Koninkrijk van de hoorders
zal worden weggenomen en zal worden gegeven aan een volk dat de vrucht
opbrengt (Matteüs 21:43).
En in 1 Petrus 2:9-10 worden Exodus 19:5-6 en Hosea 1:10, teksten die
betrekking hebben op Israël, toegepast op de gemeente van Christus.
Lees meer: Israël verving de andere volken