Barmhartigheid in Nederland? (1)
Over de werken van barmhartigheid
Jezus stelt ze aan de orde in Matteüs 25 vers 35 en 36: Want Ik had honger en jullie gaven Mij te eten, Ik had dorst en jullie gaven Mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen Mij op, Ik was naakt, en jullie kleedden Mij, Ik was ziek en jullie bezochten Mij, Ik zat gevangen en jullie kwamen naar Mij toe (NBV).
Wie goed telt komt maar tot een zestal werken van barmhartigheid. In 1207 voegde paus Innocentius III – om het (heilige) getal zeven vol te maken – er een zevende aan toe: de doden begraven. Hij verwijst hierbij naar het (apocriefe) Bijbelboek Tobit, waarin het begraven van doden in één adem wordt genoemd met de naakten kleden en de hongerigen te eten geven.