{mosimage}Enige tijd geleden publiceerde de veelschrijver Alister McGrath een boek
dat een boekje open wil doen over natuurlijke theologie. Niet iedere
lezer van ons kerkblad weet dan waar het over gaat. Ter verheldering
verwijs ik naar artikel 2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis waar
wordt gezegd dat wij de Here God op twee manieren kennen. Namelijk door
de Bijbel én door de schepping. De wereld is “als een prachtig boek,
waarin alle schepselen, groot en klein, de letters zijn, die ons te
aanschouwen geven wat van Hem niet gezien kan worden, namelijk zijn
eeuwige kracht en goddelijkheid…”. God kennen via de schepping? Dan
betreden we het terrein van de natuurlijke theologie.
Loopt er een directe lijn van de natuur naar God toe? Kun je God al
redenerend uit de natuur tevoorschijn laten komen? McGrath opent het
eerste hoofdstuk met drie citaten uit de Bijbel. Eén daarvan is Psalm
19, vers 1: De hemel verhaalt van Gods majesteit, het uitspansel roemt
het werk van zijn handen, de dag zegt het voort aan de dag die komt, de
nacht vertelt het door aan de volgende nacht. Een lijn van natuur naar
God. Echter ooit las ik een gedicht van Willem Hessels waar al bij de
eerste woorden van het gedicht me het gevoel bekroop dat die
rechtstreekse lijn niet zomaar aan te wijzen is: “O, schepper die in
koelen bloede schiep / de hamerhaai alle diepzeedieren, / de zaagvis en
de slijmerige wieren, / bloedzuiger, pestbacillen en poliep.” De twee
citaten roepen genoeg vragen op om daar een boek aan te wijden. McGrath
gaat in zijn boek “Een open geheim” uitgebreid in op natuurlijke
theologie.
Lees meer: Een open geheim (1)
{mosimage}Want het is onmogelijk, degenen, die
eens verlicht zijn geweest, van de hemelse gave genoten hebben en deel
gekregen hebben aan de heilige Geest, en het goede woord Gods en de
krachten der toekomende eeuw gesmaakt hebben, en daarna afgevallen zijn,
weder opnieuw tot bekering te brengen, daar zij wat hen betreft de Zoon
van God opnieuw kruisigen en tot een bespotting maken. Hebreeën 6:4-6
Is het mogelijk dat iemand die gelooft weer ongelovig wordt? Ja, is het
antwoord dat vaak gegeven wordt op grond van de bovenstaande passage.
Nee, zeggen gereformeerde theologen. Hoe zit het dan met bovenstaand
tekstgedeelte?
De volharding der heiligen is een (reformatorisch) dogma (Dordtse
Leerregels, 5). Wie be-keerd is, kan niet (definitief) afvallen en
ongelovig worden. Hoe moet Hebr. 6:4-6 dan worden verklaard?
Volgens Luther past deze passage niet in de Bijbel. De gereformeerde
theoloog F.W. Grosheide kwam ogenschijnlijk met een minder rigoureuze
oplossing. Volgens hem gaat het in deze tekst niet over ware gelovigen
maar over mensen die slechts intellectueel verlicht waren. Deze uitleg
is in strijd met de woorden van de tekst en daarom niet in
overeenstemming met de gereformeerde leer. Want daarin moet de Schrift
zelf aan het woord komen.
Lees meer: Prikkel om goed te horen
{mosimage}Het onderwijs is voortdurend in beweging. Er wordt gekscherend wel eens
gezegd dat veranderingen de enige constante factor in het onderwijs
zijn. Bij veranderingen heb je voorstanders en tegenstanders. Dat is de
constante factor bij veranderingen. Dat geldt in het onderwijs, dat is
in de kerk ook zo.
In de afgelopen jaren is competentiegericht onderwijs (CGO) op veel
scholen ingevoerd. Als ik de onderwijsontwikkeling van de afgelopen
jaren vereenvoudigd samenvat, ziet het er als volgt uit: vroeger vonden
we (parate) kennis heel belangrijk, daarna kregen we meer aandacht voor
vaardigheden en nu komen die twee bij elkaar en noemen we dat
competentie.
De manier waarop scholen competentiegericht onderwijs hebben ingevoerd
is heel verschillend. Dat komt onder andere omdat scholen het begrip
competentie verschillend hanteren.
Lees meer: Onderwijskunde
{mosimage}Met Jezus' kruisiging en opstanding is de duivel naar de afgrond
verbannen. Hij kan de volken niet meer verleiden. Wat een troost voor
wie Johannes deze woorden heeft opgeschreven! Zij maakten een vreselijke
tijd door in het machtige Romeinse Rijk. Het leek wel alsof dat rijk
onbeperkt de gelovigen kon vervolgen. Maar het woord van God biedt
troost: de duivel is gebonden.
Christus zorgt in de tussentijd tussen zijn hemelvaart en wederkomst
ervoor dat de zijnen kunnen standhouden, niet buigen voor de duivel en
geen merkteken op hun voorhoofd dragen (Op. 20, 4). Satan heeft in deze
tijd slechts beperkte macht. Die macht reikt niet verder dan de keten
van Gods toelating. Omdat hij geketend is, kent de tussentijd perioden
van rust voor de gelovigen. Wanneer de machten van Gog en Magog zich
doen gelden, zal er toch nog een periode zijn waarin Gods volk in
gerustheid woont (Ez. 38, 8).
Ook Paulus spreekt daarover. Hij weet van de geestelijke strijd van de
gelovigen, maar ook van het stille en geruste leven dat zij mogen leiden
(1 Tim. 2, 2). Die perioden van rust te midden van de 'de grote
verdrukking' wil de Here ook ons geven.
Lees meer: Tussen eerste en tweede komst – duizend jaren (2)
{mosimage}Er is ook nog een sorry. Dat zei een vrouw in een discussie over het
oplossen van conflicten. Wie zou dat niet met haar eens zijn?
Bij nader inzien is het met het zeggen van sorry niet zo eenvoudig als
het lijkt. Het komt vaak voor dat iemand geen sorry wil zeggen. Ook
wordt meer dan eens sorry gezegd op een toon die duidelijk maakt dat het
niet gemeend is.
Iemand dwingt zichzelf ertoe sorry te zeggen in de hoop dat hij dan van
het probleem af is. Of iemand wordt door een derde min of meer gedwongen
sorry te zeggen. Geen wonder als de beledigde partij zo’n excuus niet
aanvaardt.
Als er wel serieus excuus wordt gemaakt wordt dat trouwens ook lang niet altijd aanvaard.
Sorry zeggen blijkt nog niet zo eenvoudig te zijn. Sorry ontvangen trouwens ook niet.
Lees meer: Sorry