Een kinderbijbelschrijver moet keuzes maken. Wat vertel je wel en wat niet? Hoe geef je gebeurtenissen weer? En moet je alles al wel vertellen aan (jonge) kinderen?

In Liter (christelijk literair tijdschrift) van december 2011 schrijft dr. W. van der Meiden een artikel over kinderbijbels. Hiervoor heeft hij een analyse gemaakt van de vertellingen en afbeeldingen van de schepping, de zondeval en de zondvloed in een aantal kinderbijbels. Zijn conclusie is dat veel kinderbijbelschrijvers en -illustratoren de scherpe kantjes eraf halen. De verdrijving uit het paradijs wordt tegenwoordig ‘minder schril’ weergegeven of ontbreekt soms helemaal. Bij de ark van Noach ligt de nadruk op de ‘vrolijke beestenbende’ in de ark en de regenboog als teken van een nieuw begin. De afbeeldingen spelen hierbij een belangrijke rol. Een uitzondering zijn kinderbijbels uit de ‘orthodox-protestantse kring’.

Alleen in het Nederlands zijn al bijna 900 verschillende kinderbijbels uitgegeven. Hoe kies je uit dat aanbod een goede? En waarom een kinderbijbel?

Een kinderbijbel kan een goed hulpmiddel zijn bij de geloofsopvoeding. Als je uit de ‘gewone’ Bijbel leest, bijvoorbeeld aan tafel, is het voor kinderen vaak nog lastig om te begrijpen waar het over gaat. Ook al is het moeilijk, toch is het goed om je best te doen om de kinderen te betrekken bij het Bijbellezen aan tafel. Maar daarnaast is het fijn om een kinderbijbel te hebben. Zodat je kind de geschiedenissen uit de Bijbel kan horen in woorden die hij begrijpt. Zodat hij Bijbelkennis opdoet. Zodat hij kan genieten van de mooie verhalen die hij hoort. Zodat er opstapjes ontstaan naar gesprekken over het geloof. Maar vooral: zodat hij door de verhalen heen God en de Heere Jezus leert kennen.

In het boek Hoe worden de doden opgewekt? Op zoek naar de contouren van het opstandingsbestaan onderzoekt de auteur zowel de gegevens uit het OT en NT als uit de intertestamentaire literatuur die gaan over leven na de dood. Deze studie, die met veel aandacht en liefde is geschreven, is een waardevol overzichtswerk.

Dikwijls wordt gezegd dat er in het OT geen sprake is van leven na de dood en niet van opstanding. De Vries laat echter terecht zien dat dit een misvatting is. Het OT kent opstandingsleven aan deze zijde van de dood, maar weet ook van leven aan gene zijde van de dood. Behalve dat mensen soms tijdelijk weer levend worden zoals de zoon van de weduwe van Sarefat, worden soms ook mensen door God opgenomen, zoals Henoch en Elia.

Tijdens het afgelopen seizoen werd weer een Vormingscursus gehouden in o.a. Drachten. Eén van de docenten was dr. M.J. Kater uit Kampen. In 2 artikelen geeft hij een samenvatting van zijn lezingen over onderstaand onderwerp.

Het geloof met redenen bewijzen? (1)

‘Je bent een christen óf je denkt na’! Dat klinkt niet aardig. Het is ook een onjuist dilemma. Toch doen we er goed aan ons eens af te vragen of we er zelf aanleiding toe geven. ‘Geloof jij echt dat er een man over het water liep!?’ Geven we dan alleen maar als antwoord: ‘Ja, ja, dat is nou juist wat geloven is’? Er dient meer gezegd te worden.

 

De redactie vroeg me om voor het Paasnummer van het kerkblad een artikel te schrijven over de vergelijking die Jezus maakt tussen Zijn eigen dood en opstanding enerzijds en zaad dat in de aarde moet sterven om vrucht te kunnen dragen anderzijds. Ik doe dat graag. Maar toen ik mij in het onderwerp verdiepte, bleek het nog niet zo eenvoudig. Laten we toch een poging wagen…

In Johannes 12:24 zegt Jezus: Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft, draagt hij veel vrucht.

Paulus lijkt dit landbouwonderwijs van Jezus te herhalen. Hij schrijft in 1 Korintiërs 15: 36: Dwaas die u bent! Als u iets zaait, moet dat eerst afsterven, voordat het tot leven kan komen.

Ik denk dat de meeste Bijbellezers deze teksten lezen, als dat er een graankorrel wordt gezaaid, in de grond sterft, daarna gaat kiemen, vervolgens tot een plantje uitgroeit en vrucht draagt. Maar klopt deze uitleg met hoe het in werkelijkheid in de grond gaat? En als dat niet zo is, hoe moet ik deze Bijbelgedeelten dan lezen en uitleggen?

Ik zeg het direct eerlijk: dat Paulus er landbouwkundig gezien naast kan zitten, daar kan ik nog inkomen. Tenslotte was hij tentenbouwer en geen landbouwer. Maar dat Jezus zelf er naast zit, dat geloof ik niet. Vandaar de opening van dit artikel, namelijk dat het nog niet zo eenvoudig lijkt te zijn…

Commentaar

  • Storm in de CGK 2025-07-04 17:44:42

    De afgelopen jaren en zeker de afgelopen maanden en weken zijn voor onze Christelijke...

  • Hellend vlak 2025-06-21 09:25:10

    Net als veel anderen denk ik met weemoed terug aan vroegere tijden. Binnenkort word ik...

  • Zien en zijn 2025-06-07 08:46:46

    Ik worstel ermee. Onlangs hoorde ik twee uitdrukkingen die me sindsdien bezighouden. Het ging over...

  • Eeuwig dankbaar 2025-05-24 07:16:04

    Doetinchem heeft zich mooi op de kaart gezet. Dit jaar vierde koning Willem-Alexander zijn...