Er blijkt bij een groeiend aantal mensen behoefte te bestaan hun doop
als kind te gedenken door het verrichten van een symbolische handeling
in het midden van de gemeente, bij voorkeur bij de doopvont. Is het goed
hieraan tegemoet te komen?
De gesignaleerde behoefte komt vooral naar voren bij hen die wel als
kind gedoopt zijn, maar lange tijd in hun leven van het evangelie of in
elk geval van de gemeente zijn vervreemd. Wanneer het dan tot een omkeer
komt en ze geraakt worden door Gods Woord, willen zij dat graag
markeren. Er is een verlangen naar tastbare ervaring van het heil. Men
wil het ?herintreden? in de gemeente actief onderstrepen. Daarmee moet
duidelijk worden gemaakt dat er echt een wissel is omgezet in het leven.
Zo wordt er gesproken van een ?waterhandeling?, bijvoorbeeld door v??r
in de kerk met de gemeente als getuige een belijdenis van geloof uit te
spreken en daarbij met de hand het water van de doopvont aan te raken.
Anderen willen verder gaan: niet alleen de handen, maar ook hoofd, hart
en voeten aanraken met water als teken dat heel het bestaan voortaan
gestempeld wordt door het evangelie van Christus. Het gaat hierbij
beslist niet om een herhaling of vernieuwing van de eenmaal ontvangen
doop. Daarom verricht dan ook niet de voorganger deze ?waterhandeling?,
maar de betrokkene zelf.
Lees meer: Doopgedachtenis - een goede zaak?
In het Nieuwe Testament is te lezen hoe de boodschap van Jezus Christus
de wijde wereld in gaat. Niet alleen het volk van Isra?l, maar de hele
wereld mag horen dat er redding is bij de God van Isra?l. Dat is anders
dan in het Oude Testament, daar lijkt het heil alleen voor het volk van
Isra?l te zijn. Wat is er nu precies veranderd? In dit artikel wil ik
dit onderwerp kort belichten.
Tijdens een vergadering in Jeruzalem, het zogenaamde apostelconvent,
wordt er stevig gediscussieerd over de noodzaak van de besnijdenis. Na
de opstanding en hemelvaart van Christus en de opdracht om ?alle volken
tot discipelen te maken? zijn de apostelen ook daadwerkelijk op pad
gegaan. Met als gevolg dat er naast Joden ook heidenen zich bekeren tot
de God van Isra?l. Moeten deze heidenen zich nu ook laten besnijden?
Twee groepen staan tegenover elkaar. De ene groep pleit voor de
besnijdenis voor iedereen, terwijl Petrus, Paulus en Barnabas zich hard
maken voor een evangelie zonder besnijdenis voor de heidenen. Nadat
Paulus gesproken heeft, spreekt Jacobus de vergadering toe. Hij doet dit
met woorden die ontleend zijn aan de profetie van Amos. Hij ?citeert?
Amos 9:11 en 12. ?Daarna zal Ik weerkeren en de vervallen hut van David
weer oprichten en wat daarvan is ingestort, zal Ik weer opbouwen opdat
het overige deel der mensen de Here zoeke en alle heidenen over welke
mijn naam is uitgeroepen, spreekt de Here, die deze dingen doet?.
Lees meer: De vervallen hut van David weer opgericht
Ons land zal zijn gewas voortbrengen. Dat staat in Psalm 85:13b. Uit de
Psalm geknipt lijkt deze tekst geknipt voor de biddag voor gewas en
arbeid. Uit deze woorden spreekt vertrouwen op God, evenals uit 13a: de
HERE zal het goede geven. God is trouw en zal ons zegenen. Dat mogen we
geloven.
Wat moeten mensen met wie het niet goed gaat met deze tekst? Mensen die
zwaar getroffen zijn door recessie of aardbeving. Mensen zonder oogst of
werk kunnen er door in de put ra-ken, hun vertrouwen op God kwijtraken.
Omkeer
De tekst mag niet uit de Psalm worden geknipt, zoals trouwens van elke
Bijbeltekst geldt dat hij niet uit zijn context mag worden los gemaakt.
Vers 13 moet worden gelezen vanuit de hele Psalm.
Psalm 85 gaat over ballingschap en bekering. En geeft hoog op van liefde
en trouw, vrede en gerechtigheid. In de verzen 11, 12 en 14 gaat het
over gerechtigheid. Daartussenin, bijna aan het slot van dit lied, komt
het gewas ter sprake.
In Psalm 85 komt vijf keer het werkwoord voor dat op de ??n of andere
manier met keren moet worden weergegeven (2, 4, 5, 7 en 9). In de meeste
vertalingen komt dat helaas niet uit de verf.
De dichter staat eerst stil bij de ballingschap van Isra?l. De HERE
heeft een omkeer teweeg-gebracht, een keer ten goede (2). Want Hij
keerde zich af van zijn brandende toorn die in de ballingschap tot
uiting kwam (4).
In vers 5 wordt gebeden of God weer een keer wil geven; een totale
omkeer in het bestaan (7). Het is een gebed om bekering, dat Gods volk
niet weer zal terugkeren tot dwaasheid (9).
Lees meer: Trouw ontspruit aan de aarde
Op donderdag 18 februari kwam de classis Leeuwarden bijeen, om onder de
vaardige leiding van de voorzitter, ds Steensma een redelijk gevulde
agenda af te werken. Ingekomen stukken, verslagen, bezwaarschriften,
verzoeken, het zat er allemaal bij en het vroeg nauwkeurige aandacht.
Tijdens de morgenvergadering kon er al heel wat behandeld worden, soms
uitvoerig, soms bij hamerslag. Voor de middagvergadering waren de
deputaten art. 49 KO uitgenodigd. Zij vertegenwoordigen het totale
kerkverband en worden betrokken bij zaken die het geheel van onze kerken
aangaan. Meestal is hun belangrijkste taak om erop toe te zien dat de
procedures goed worden uitgevoerd. Dat lijkt nogal simpel, maar ze
moeten oren en ogen wel goed open houden om tot een onafhankelijk
oordeel te komen. Twee zaken vroegen hun aandacht.
Emeritering
Het eerst werd de aanvraag tot emeritering van ds. J. Jonkman te
Drachten behandeld. Het is mooi als iemand tot de pensioengerechtigde
leeftijd gekomen is. Niet iedereen haalt dat. Ds. Jonkman zal binnenkort
die leeftijd wel bereiken. Er moet echter ook bij gezegd worden: de
laatste tijd tobt hij wel met zijn gezondheid, en dat was een extra
reden om het emeritaat nu aan te vragen.
Lees meer: Verslag voorjaarsclassis Leeuwarden
Graaigedrag wordt aangevoerd als de oorzaak van de huidige financi?le en
economische crisis. Doen we als Christenen mee aan graaigedrag of
vertonen we juist geefgedrag? Bijvoorbeeld in het geven aan de kerk, aan
goede doelen. Wat kunnen we vandaag nog leren van de voorbeelden die de
Bijbel ons schenkt over ons omgaan met geld? In het vorige nummer
hebben we gekeken naar de geestelijke aspecten en de bijdrage aan de
eigen gemeente (deel 1) en ditmaal kijken we naar ons geefgedrag in de
collecten en aan goede doelen (deel2).
Naast een soort VVB (de tienden; Deut.14,22-29 en 26,12-15 en Luc.11,42)
kom je in de bijbel geregeld ook concrete doelen tegen waar in de
gemeente voor wordt gecollecteerd (de collecte voor de armen in
Jeruzalem (Romeinen 15,26); de hulp aan Paulus (Fil.4,14-20)). Soms gaat
het om natura (1 Cor.11: eten voor de armen).
In ieder geval is het geven (denk ook aan de tempeldienst) een
belangrijk moment om je dankbaarheid te uiten, concreet en met een
duidelijk doel. Vaak gaat het geven gepaard met gebed (dikwijls zowel
van ontvanger als gever (brief aan de Fil.)).
Ook in de kerkdienst mag daarom de collecte een belangrijk moment zijn.
Een moment waarop aandacht voor God als Gever mag zijn. Een moment van
dankbaarheid. En een moment van gebed.
Omdat het belangrijk is concreet te geven en aandacht te hebben voor het
moment van geven, is ??n collecte meer geschikt dan meerdere collecten.
Met ??n collecte in een dienst kan er aandacht zijn voor het moment van
geven, voor het doel en de eventuele betrokkenen. Ook kan er in het
gebed meer aandacht aan het collectedoel gegeven worden.
Lees meer: Geefgedrag (2)