De vorige keer heb ik geschreven over de veranderende maatschappij, die een grote invloed heeft op het gezinsleden. In de 19e eeuw waren de gezinsmaaltijden vooral onderdeel van de disciplinerende en de opvoedende taak van de ouder (tafelmanieren en eetgewoonten bijbrengen en andere vormen van socialisatie). Later werd de gezinsmaaltijd meer een sociaal gebeuren. De maaltijd werd een plaats waar kinderen en ouders hun dagelijkse ervaringen konden delen, een plek om te praten en te genieten. Een plek waar ouders een veilige basis aan hun kinderen kunnen bieden.
Het aantal gezinsmaaltijden beïnvloedt de samenhang in gezinnen. Er wordt dus veel van de gezinsmaaltijd verwacht. Nu deze maaltijd steeds meer naar de achtergrond verdwijnt, is het dan ook niet verwonderlijk dat bijvoorbeeld overgewicht en gedragsproblemen hieraan toegeschreven worden. Nu is het natuurlijk gemakkelijker om problemen te constateren, dan er ook daadwerkelijk iets aan te doen. Toch wil ik in dit artikel een aantal handreikingen geven die u kunnen helpen, om de maaltijden weer een plezierig middelpunt van het gezinsleven te laten zijn.

Ik sta op tafel in een (nog) gloeiende pan, samen met de andere aardappels. Naast ons staat een pan die nog net zo gloeit als wij, waar de bloemkool in zit. Ook het vlees staat op tafel. Om ons heen is de tafel gedekt voor vier personen. Ik zie dat moeder en zoon al zitten, maar waar de rest blijft is niet duidelijk. Moeder stelt voor om maar vast te beginnen. Ze zijn even stil en beginnen vervolgens de aardappelen rondom mij op te scheppen. Ook uit de andere pannen wordt opgeschept. Nu het deksel van de pan is begin ik het een beetje koud te krijgen. Ik hoor moeder en zoon praten over de voetbaltraining waar de zoon zo naartoe moet. Hij moet daarom snel eten en verbrandt zijn tong bijna aan zijn eten. Daar gaat de deur open en komt vader binnen. Hij had het druk op zijn werk en is daarom iets te laat voor het eten, maar begrijpt wel dat ze al begonnen zijn. Hij komt erbij zitten, is ook even stil en schept ook om mij heen. Ondertussen gaat zoon snel zijn tas pakken, want anders is hij te laat op trainen. Daar zitten vader en moeder samen aan tafel. Ik krijg het inmiddels steeds kouder. Als ook vader en moeder hun eten op hebben word ik op het aanrecht gezet. De Bijbelteksten die ik vroeger nog weleens hoorde, hoor ik vandaag weer niet.

Tijdens de adventsperiode zullen een aantal mensen vertellen hoe hun toekomstverwachting is.

Ik ben net veertig geworden.  Ik realiseer me dat het volk Israël zo lang rondgezworven heeft in de woestijn. Hitte, dorst en lange reisdagen heeft het moeten doorstaan. Natuurlijk waren er ook mooie momenten, maar het was niet waar ze hoorden. Ze waren immers onderweg naar het beloofde land. Voelden ze zich als een vis op het droge? Of zoals in Psalm 102 vers 7 ‘als een uil in de woestijn’.  Velen wisten daarnaast dat ze zelf het beloofde land niet zouden zien en alleen hun kinderen daar gebracht zouden worden. Kan ik die veertig jaren vergelijken met mijn veertig jaar? Ik ben zeker ook onderweg, ik maak ook een reis door het leven. Ik leer en groei, ervaar, geloof en voel.

Collega Nico Vennik en ik zullen enkele artikelen schrijven over de preek en het preken. Je kunt het tegelijk breder trekken naar het voorgaan in de diensten. Een preek is nu eenmaal in onze setting niet los verkrijgbaar. Bovendien, in onze structuur van samenkomsten is de dominee het manusje van alles. Vooraf heeft de koster het water op de kansel gezet en heeft de kerkenraad gebeden om de Heilige Geest, deed de organist het voorspel en dan gaat het los. Dan ben jij aan de beurt die de titel draagt ‘vDm’: verbi Divini minister. Dienaar van het Goddelijke Woord.
Ik schrijf het met hoofdletters. Niet per se uit principe, maar vanwege het feit dat de preek door velen als bediening van het Goddelijke Woord wordt gezien en beleefd. Wat het ook is! Het heeft dan sowieso iets verhevens, iets onaards. Preken valt dan in een buitencategorie, zoals sommige bergen in de Tour de France. Met niets te vergelijken en door wel heel speciale mannetjes gebracht.

Wie gelooft hangt met beide handen aan het koord van Gods belofte. Hij hangt daar veilig, maar wel boven de afgrond van zonde en dood. Kijkt hij omhoog naar God, dan weet hij zich door het geloof gerechtvaardigd. Maar kijkt hij naar beneden of naar binnen, dan slaat de schrik hem om het hart vanwege zijn schuld en schamelheid.

De ervaring van aanvechting is volgens Luther eigen aan het geloof. Ook Calvijn en Kohlbrugge spraken in die trant. Dr. A. de Reuver heeft daarover een bijzonder waardevol boekje geschreven.
Volgens Maarten Luther (1483-1546) is elke christen een kruisdrager. Het kruis dat hij draagt, bestaat bijvoorbeeld uit ziekte, rouw, tegenslag of schuldbesef. Op verschillende manieren kan een christen worden aangevochten. De ergste vorm van aanvechting is de gedachte dat Gods belofte niet voor hem zou zijn. De wet slaat hem neer. Het evangelie is geen evangelie meer. Hij ziet louter en alleen verlorenheid. Luther kende deze aanvechting uit eigen ervaring. Hij was bang dat hij niet behouden zou zijn. Sterk was hij onder de indruk van Gods heiligheid. Maar te midden van de aanvechting heeft hij de betrouwbaarheid en troost van Gods beloften ervaren.

Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...