{mosimage}De gemeente komt op zondag tweemaal samen. Dat is onder ons de regel. ’s
Morgens voor de hoofddienst van Woord en sacrament. Dat is een
plechtige viering. Een echte eredienst.
De middagdienst draagt een ander karakter.
In dit tweede artikel gaat het over de vrijere middagdienst.
De middagdienst is een heel ander verhaal dan de morgendienst. Opnieuw
komt de hele gemeente samen. Dezelfde gezinnen met hun kinderen. Voor de
allerkleinsten is er oppas of crèche. In de middagdienst staat van
oudsher het leerelement op de voorgrond. In de vorm van de
catechismuspreek die opgezegd en overhoord werd door de dominee vanaf de
preekstoel. In grotere kerken gingen meerdere predikanten op
verschillende plaatsen of op de galerijen waar jeugd zat dat
overhoringswerk doen. Dat zou nu niet meer kunnen. Wat hebben we echter
een aanbod van nieuwe mogelijkheden gekregen. Er kunnen themadiensten
zijn. Je mag gebruik maken van nieuwe media zoals flipover, computer,
beamer, powerpresentatie. Er is ruimte voor muzikale inbreng van
jongeren (en ouderen) met muziekinstrumenten en zang. Wat ik ervan
meemaak in Kampen is van goed gehalte. Wat een gaven en vaardigheden
zijn er door de Heilige Geest gegeven aan broeders en zusters om de
middagdienst te maken tot een belevenis van de eerste orde. Als Christus
het levende Woord maar in het middelpunt staat. Het moet voor Hem zijn
en in Zijn dienst staan en tot verheerlijking van Hem zijn.
Lees meer: Gaan we vanmiddag weer? Echt wel! (II)
{mosimage}Wie de woorden ‘artikel 12’ roept, loopt grote kans dat er een
verwonderd gezicht tegenover hem/haar te zien is. Er wordt diep
nagedacht en misschien dat er iemand zegt: zit onze gemeente in
financiële problemen dan? Want zo kennen we art. 12 in de samenleving:
met betrekking tot de zogenaamde ‘artikel 12 gemeenten’. Dat zijn
burgerlijke(!)gemeenten die financieel armlastig zijn en daarom door
‘Den Haag’ stevig aan de leiband worden gezet. In het kerkelijk leven
gaat het bij art. 12 echter om predikanten.
Het gebeurt gelukkig zelden, maar zo nu en dan lopen we er in de kerken
toch tegenaan: er is reden om op een vergadering van de classis art. 12
van onze kerkorde ter hand te nemen. Dat deze zeldzaamheid gelukkig te
noemen is, zult u met mij eens zijn wanneer u de tekst van dit artikel
leest. Er staat namelijk o.a.: ‘Een dienaar van het Woord zal, wanneer
hij (…) wettig beroepen is, zijn leven lang aan de dienst van de kerken
verbonden zijn. Daarom is het hem niet geoorloofd zich tot een andere
staat des levens te begeven dan om gewichtige oorzaken, die ter kennis
van de classis gebracht zullen worden en door haar beoordeeld dienen te
worden’. En aan dat laatste komt ook nog eens een vertegenwoordiging
van de particuliere synode te pas: de zogenaamde deputaten naar art. 49
K.O. . Het kerkverband buigt zich dus in ‘brede’ zin over een dergelijk
verzoek. Nu hoeft ons dát niet te verbazen: ook wanneer iemand
toegelaten wordt als predikant gebeurt dat via de classis, met bijstand
van bovengenoemde deputaten.
Lees meer: Een ‘andere staat des levens’(1)
Ja, u leest het goed. Niet: kerkclassis, maar kernclassis. Daarmee duid
ik op de laatst gehouden vergadering van de Classis Leeuwarden op
donderdag 6 oktober 2011.
Waarom? Omdat deze classisvergadering hoofdzakelijk bezig geweest is met haar kern-taak.
En die taak houdt in dat we op broederlijke wijze het wel en wee van het
gemeentelijk leven ter plaatse met elkaar delen. Delen in die zin dat
we elkaar soms ook best wel eens kritisch bevragen, maar meestal toch
bemoedigend steunen en van advies dienen.
Wat leeft er in de gemeenten?
Dat heeft alles te maken met de kerkvisitatie die wordt afgelegd of het
verslag naar artikel 41 dat iedere kerkenraad doet van de afgelopen
periode. In de verslagen van de kerkvisitatie komt breder, en in de
verslagen van artikel 41 beknopter, aan de orde hoe het reilt en zeilt
in het gemeentelijk leven, hoe de ambten functioneren en hoe het
gemeentelijk leven zich ontwikkelt in geestelijke zin. Bij het bespreken
van die verslagen komt, naast dankbaarheid over het feit dat Gods Geest
doorgaat met de bouw van Zijn Koninkrijk, ook vaak de zorg om het
geestelijk leven op de tafel.
Lees meer: Een kernclassis
{mosimage}Jenkins bedoelt met Gods werelddeel Europa. Hij is Amerikaan en schreef
zijn boek onder andere omdat hij een aantal mythen over Europa wilde
bestrijden die vooral in de Verenigde Staten wijdverbreid zijn. Die
mythen betreffen in het bijzonder Nederland, zo laat Jenkins weten in de
inleiding die hij voor de Nederlandse uitgave van zijn boek schreef.
Veel Amerikanen vinden de Nederlandse verdraagzaamheid, vooral op
seksueel gebied, een schandaal waaruit een gevaarlijk liberalisme
spreekt. Dat liberalisme uit zich eveneens in een extreme vorm van
multiculturalisme.
Eurabië
De opkomst van de islam in Nederland wordt gezien als een waarschuwing
voor de consequenties van dit liberale beleid. Sommige Amerikanen
waarschuwen zelfs voor een toekomstige ‘Islamitische Republiek der
Nederlanden’. Wat Europa betreft leeft de vrees dat het zal uitlopen op
een werelddeel dat ‘Eurabië’ zal heten.
Voor veel (christelijke) Nederlanders roept dit herkenning op. Zij
hebben de vrees dat ons land zal worden overspoeld en beheerst door de
islam. Dat daardoor het christendom hier te lande misschien wel zal
worden weggespoeld.
Lees meer: Weg uit de religieuze crisis in Europa
{mosimage}Mij is gevraagd wat kanttekeningen te maken bij het artikel ‘Eén keer
per maand is te weinig’ met daaraan verbonden de vraag ‘Van
jeugddiensten naar reguliere dienen?’, dat twee weken geleden in het
Kerkblad is opgenomen. De kernvraag in dat artikel was hoe je jongeren
die massaal de jeugddiensten bezoeken ook in de ‘regulieren’ diensten
krijgt. Door hun bezoeken van jeugddiensten, slaan zij blijkbaar de
normale (middag)diensten nogal eens over. Pieter Sijtsma interviewde
drie jongeren en vroeg hun hoe zij tegen deze praktijk aankijken met de
bedoeling met hen op zoek te gaan naar een antwoord.
Ik heb het artikel met belangstelling gelezen. Veel waardering heb ik
voor de openhartige manier, waarop de drie jonge mensen hun mening over
deze kwestie weergeven. Voor een goed gesprek is het belangrijk te weten
hoe de ander over een bepaalde zaak denkt. Blij ben ik ook dat deze
jonge mensen een positieve instelling hebben tegenover de kerk. Er zijn
helaas (teveel) jongeren die geen interesse tonen voor de gemeente, waar
ze bij horen of die zelfs op het punt staan af te haken. De
geïnterviewden voelen zich overigens beter thuis in jeugddiensten dan in
de 'gewone' diensten. Tegelijk willen ze wel zondags in de kerk erbij
horen. Bij dat laatste zou ik willen aanhaken.
Lees meer: Samen gemeente-zijn