Crisis bij de kribbe
Het moment dat we stilstaan in de stal, is een keerpunt. We bezwijken op den duur onder de koorts van ergernis of doorstaan de crisis waarin de kribbe ons heeft gebracht en komen tot geloof. De keuze van het kerstfeest is: weggaan in ongeloof of knielen in aanbidding. De kribbe luidt een einde in of een nieuw begin.
Laten we ons voorstellen dat we ons in een schamele stal bevinden. We zien daar een man en een vrouw die een plekje voor de nacht hebben gevonden. Ze zijn vermoeid, maar ook blij. De jonge vrouw is bevallen van een zoon. Ze hebben hem in doeken gewikkeld en gelegd in een voerbak voor dieren, met wat hooi of stro. We kijken naar het kind dat daar ligt en horen wat in diepe eerbied over hem wordt gezegd: 'Hij is geboren en voortgebracht, maar toch niet geschapen. In macht en heerlijkheid is hij gelijk aan God de Vader. Ook zijn majesteit is gelijk aan de Eeuwige. Hij is één met Hem, niet eerder of later, niet groter of kleiner'.