In de afgelopen zomervakantie ben ik mee geweest op een YOY tienerkamp als leiding en kampouder. Mijn belevenissen van een kampdag heb ik kort opgeschreven en wil ik afsluiten met een terugblik. Het thema van deze kampweek was: Met andere ogen.

Om 07.00 uur gaat de wekker, terwijl de andere kampouder langs de leiding gaat om ze te wekken, spring ik onder de douche. Met mijn duffe hoofd loop ik naar buiten richting het gebouw, voor de ochtendopening. Kijkend naar het weer denk ik dat het een hele mooie dag gaat worden. Bij de ochtendopening wordt de dag even vluchtig bekeken: wat gaan we doen en heeft er nog iemand hulp nodig? Ik begin een stukje uit de bijbel te lezen, Filippenzen 4:4-9, en daarna een stukje uit een dagboek. Het gaat over bidden en hoe God altijd voor ons klaar staat, bij ons is en ons wilt helpen. Gods weg is wellicht niet de weg die we zelf in ons hoofd hadden, maar we mogen weten dat God ons altijd leidt. Dat wij als team ons hier bewust van mogen zijn en dit ook mee kunnen geven aan de tieners. Dan is het 08.00 uur, we gaan de tieners wakker maken!!

{mosimage}Geestelijke leiding heeft niet alleen een gemeentelijk, maar ook een persoonlijk  aspect. Volgens het oude bevestigingsformulier van dienaren van het Woord mag immers van predikanten verwacht worden dat zij het Woord van God ‘zowel in het (al)gemeen (= voor de gemeente als geheel) als in het bijzonder (=voor iedere hoorder persoonlijk)’ toepassen.

Doorgaans wordt dit laatste aspect in onze tijd nader aangeduid met de uitdrukking ‘de (persoonlijke) toeëigening van het heil. Een bekende omschrijving zegt dat het hierbij gaat om het werk van de Heilige Geest waardoor een zondig mens deel krijgt en ook deel houdt aan het heil dat door Jezus Christus is verworven. Welke dingen dienen hier in een persoonlijk-geestelijk getoonzette prediking aan de orde te komen? Ik noem enkele facetten.

{mosimage}Op 8 juni 2011 promoveerde M.C. Mulder aan de Theologische Universiteit in Apeldoorn op een proefschrift over Romeinen 10. Voor wie Mulder niet kent, hij is directeur van het Centrum voor Israëlstudies en missionair consulent in de CGK. Ook doceert hij judaica en kerk en Israël, zowel in Apeldoorn als aan de Christelijke Hogeschool in Ede.

De titel van zijn dissertatie luidt: Israël in Romeinen 10. De ondertitel is: Intertextuele en theologische analyse van de oudtestamentische citaten in Romeinen 9:30-10:21. Deze studie  heeft als ISBN 970 90 239 2614 6, is uitgegeven bij Boekencentrum Academic in Zoetermeer en is te koop voor € 29,90.

Inleiding
Twee weken lang heb ik me door de studie van Mulder laten meeslepen. Dat kwam trouwens niet door zijn stijl. Die is eerder slepend dan meeslepend te noemen. Mulder schrijft omslach-tig en formuleert niet altijd scherp. Dat is opmerkelijk, want hij stelt wel scherpe vragen in zijn zoektocht naar de bedoeling van Paulus in Romeinen 9-11. In zijn verlangen (dit gedeelte van) de Schriften te begrijpen gaat hij ook een scherpzinnig gesprek aan met andere exegeten.

{mosimage}In Gods vervangingsleer kwam Israël in de plaats van de volken, om voor alle volken tot een zegen te zijn. Dat gebeurt door Israëls grote Zoon, Jezus Christus, de Plaatsvervanger. Wie in Hem geloven, zijn kinderen van Abraham. Zij horen tot het volk van God. Dit is de Bijbelse vervangingsleer. Dat ontdekten we in een eerste artikel vanuit Genesis en Galaten.
 
In dit artikel volgt een nadere verkenning door in de brief aan de Romeinen te lezen.
In het NT gaat het nergens zo uitvoerig over Israël als in deze brief, vooral in de hoofdstukken 9-11.
Aanhangers van zowel een vervangingsleer als van een tweewegenleer kunnen zich op teksten in deze brief beroepen.
Eerst geef ik enkele belangrijke (ogenschijnlijk tegenstrijdige) teksten weer.

{mosimage}Meer dan driehonderd mannen en vrouwen, meest ouderen en enige jongeren, kwamen van september 2009  - maart  2010 op negen zaterdagen bijeen voor de Vormingscursus in de Chr. Geref. Kerken. In Apeldoorn, Drachten, Goes en Sliedrecht behandelden hoogleraren en predikanten uiteenlopende onderwerpen. Professor Baars ging in op het thema van de geestelijke leiding in de prediking.

Goede geestelijke leiding komt op uit de boodschap, het Woord van God, zo zagen we. Maar zij richt zich uitdrukkelijk ook op de gemeente waarin het Woord zondag aan zondag bediend wordt.

Dat brengt ons onmiddellijk bij de vraag: ‘Hoe zien we de gemeente’? Over die kwestie is heel wat gedebatteerd. Ook in eigen kring is wel sprake van verschillende accenten. Het zou ook niet zo moeilijk zijn dat met enkele bewijzen te staven. Waar het me nu vooral om gaat, is zo zorgvuldig mogelijk vanuit Schrift en belijdenis na te speuren wat daar – positief! – over de gemeente wordt gezegd.

Commentaar

  • Zingen in de eredienst (2) 2024-07-25 18:25:50

    Vorig jaar schreef ik over het zingen van psalmen en liederen in de eredienst. Iemand sprak me...

  • Verslavingen 2024-07-12 17:57:04

    Ruim een op de vijftien jongeren gokt weleens online, zo blijkt uit een onderzoek van het...

  • All Nations 2024-06-28 17:42:30

    Vorige week was ik met een groep studenten van de Theologische Universiteit Apeldoorn bij All...

  • Op weg naar de GS 2024-06-15 10:09:55

    Als dit kerkblad verschenen is, is het bijna zover dat de Generale Synode bijeen komt in...