Jacobus, de broer van Jezus (2)
In het Nieuwe Testament komen we hem tegen, Jakobus, de broer van Jezus. Hij is zonder meer een persoon die tot de verbeelding spreekt. Maar wat weten we van hem? In deze korte serie artikelen richten we de lens op hem.
Martelaarschap
In zijn historisch werk ‘Joodse Oudheden’ bericht de Joodse geschiedschrijver Flavius Josefus in een naar het lijkt ooggetuigenverslag over de terechtstelling van Jakobus en enkele andere gelovigen in het jaar 62. Josefus vertelt, dat op het moment dat er geen Romeinse procurator in Judea is, de hogepriester Annas – zoon van de Annas uit de lijdensgeschiedenis van Jezus – zijn kans grijpt om zich van Jakobus, de leider van de messiaanse gemeente in Jeruzalem, te ontdoen. Blijkbaar ziet Annas met name Jakobus als een bedreiging. Als leider van de fractie van de Sadduceeën in de hoogste Joodse Raad, het Sanhedrin, laat hij Jakobus en enkele anderen door het gerechtshof veroordelen voor het overtreden van de Wet. Hij levert hen daarmee uit aan steniging, als de hoogste straf voor een religieus vergrijp. En aldus geschiedt.